‘Nee, ik weet niet wat er in haar gevaren is! Wat een rotzooi trof ik thuis aan. En ze wil scheiden ook nog. Nou, op deze manier mag dat van mij. Man, wat een schade. Bad over laten lopen, water de trap af zo de living in. Dure wijn vernaggeld. En het ergste: mijn treintjesverzameling in as in de open haard. Was een fortuintje waard. Ik kan haar wel wat aandoen.’

‘Hè, wat zeg je?’

‘Ja, nee, ja…ze denkt dat ik een verhouding heb, geloof ik.’

‘Met een van de meiden van het tennisteam. Belachelijk.’

‘Ja, ál die meiden zien er goed uit. Mag ik ook graag naar kijken. Is toch niets mis mee? Is toch alleen maar gezond?’

‘Nee jôh, er is niks gebeurd. Echt niet. Nooit. Waarom zou ik. Allemaal van die supergroene bakvisjes. Willen pas iets met je als er liefde in het spel is. Daar ben ik twintig jaar geleden al eens bijna mee de fout in gegaan. Nee hoor, niks voor mij. Komt alleen maar ellende van.’

‘Een beetje flirten is wel leuk natuurlijk, streelt toch je ego. Ik kan mij überhaupt niet meer herinneren wanneer Claire nog íets bij mij gestreeld heeft.’

‘Die vlam is ongemerkt uit gegaan. Ze werd ook steeds chagrijniger en sloot zich steeds vaker voor mij af.’

‘De overgang volgens mij. Daarom heb ik er ook op aangedrongen dat zij paardrijles ging nemen. Paarden hebben een positief effect op dat soort vrouwen.’

‘Zou je denken? Niets? Maar wat is het dan?’

‘Verwaarloosd? Jaloers? Ja, maar er moet ook geld verdiend worden natuurlijk en met mijn baan… dat tennis is juist zo’n enorme ontspanning voor mij. En zij heeft dat paardrijden toch? Ontspant ook. Plus dat ze dagelijks haar baantjes trekt in de pool en twee keer in de week naar de gym gaat. Ik betaal me blauw aan al die extraatjes. Moet ik wel voor werken hè!’

‘Ja, oké. Ik zal Annemiek ook eens bellen.’

‘O, zijn ze sámen een paar dagen weg?’

‘Nou, ik denk er nog eens over.
Bedankt hè! We bellen wel weer.’

XXXXX

‘Hoi, met mij. Verbreek alsjeblieft de verbinding niet. Ik wil met je praten.’

‘Ik wil niet met je praten. Wat valt er nog te zeggen? Vreemdganger! En nog wel zo opzichtig. “O, ik moet een héél weekend weg met het tennisteam dat ik train.” Huichelaar! Op stap met die jonge meiden zal je bedoelen. Het is weer net als vroeger. Je bent geen spat veranderd, hoe ik ook mijn best heb gedaan om een goede vrouw voor je te zijn. Ja jongetje, ik zag vroeger al hoe je naar andere vrouwen keek. Ik ben niet achterlijk. Je hoort van mijn advocaat.’
Nijdig verbreekt Claire de verbinding.

‘Het lef! Hoe háált-ie het in zijn hoofd om mij te bellen. Ben nota bene op vakantie. Wat jij Annemiek?’

Annemiek denkt even na.
‘Hoe klonk-tie?’

‘Rustig wel.’

‘En hij wilde praten?

’Ja, dat zei-die.’

‘Hij schold niet? Hij begon niet over de treintjes, de wijn, het bad?’

‘Nee.’

‘Ik denk dat je hem morgen misschien toch maar even moet terugbellen. Laat het nu maar even betijen. Nog een wijntje?’

XXXXX

‘Ja Mar, met mij.’

‘Ja, ik weet dat het al laat is, maar ik móet je even spreken over Claire. Ze wil bij me weg.’

‘Nee, rustig nou maar. Misschien is het maar tijdelijk. De overgang weet je wel.’

‘Rustig nou maar, zeg ik toch! Zal allemaal zo’n vaart wel niet lopen.’

‘Jeezes man, wat maak je je druk! Het is míjn vrouw hoor, die weg wil.’

‘Ik wilde het gewoon even bij iemand kwijt.’

‘O, ik hoor het al. Je hebt weer gezopen. Nou, dan heb ik ook niks aan jou.
De groeten. Ik bel je wel weer als je nuchter bent.’

Lekker hoor, zo’n zuiplap als broer, zucht Tony. Hij loopt naar de kast en schenkt zichzelf een flinke malt whisky in en installeert zich somber op de bank. Misschien geeft de tv wat afleiding.

XXXXX

© Ben Voorend           20/02/2019

NB Dit is hoofdstuk 3 van de NBI Gezamenlijke feuilleton. Iedereen mag hoofdstukken bijschrijven, maar geef eerst even aan dat je een hoofdstuk wil schrijven vóór je begint. Meerdere heel verschillende hoofdstukken vier bijvoorbeeld werkt niet.