– En…, Claire….., een beetje kunnen slapen vannacht? Niet steeds ingelogd op je smartphone om de opnames van de beveiligingscamera’s te bekijken? 

– Gek genoeg heb ik goed geslapen. Zal wel door de wijn gekomen zijn. We hebben wel het nodige op. 

– Nou, valt wel mee hoor. We hebben één fles goede wijn open gemaakt. Maar we waren alle twee ontzettend moe van alle gebeurtenissen van gisteren. 

– Ik heb de opnames niet bekeken. Wist ook niet of ik dat aan zou kunnen. Heb zelfs mijn smartphone niet meer gecheckt. Maar ik heb wel over het telefoongesprek met Tony en jouw opmerkingen daarover nagedacht. Je hebt natuurlijk wel gelijk Annemiek. Ik zal een gesprek aan moeten gaan, maar voorlopig even niet. Laat Tony maar even in zijn eigen sop gaarkoken. Mijn boosheid is echt nog niet over hoor.

Wat denk je, zullen we straks langs die mooie monumentale boerderijen gaan? Misschien hebben ze daar genoeg dieren waar we wat liefde aan kunnen geven. 

– Oh….koeien! Ik hou zoveel van die beesten!

Maar laten we wel eerst even wat lekkere broodjes kopen bij het tentje op de hoek. Met een stevig ontbijt kunnen we een flinke wandeltocht vanaf het strand naar de polder wel aan. Mijn ervaring is dat er niets heerlijker is dan je hoofd leeg te lopen. 

– Nou, ik weet wel iets heerlijkers te bedenken, maar als alternatief kan ik een wandeling ook wel waarderen. Mogen het ook varkens zijn op die boerderij?

Wat smaken die broodjes toch verrukkelijk! Morgen maar weer!

Toch raar hè Annemiek, ik vind het bijna gezellig zo samen. Als ik niet zo boos en verdrietig was, zou het bijna als vakantie voelen. 

– Niet zo raar doen Claire. We zijn nu zeker niet op vakantie. Eind van de middag, als we weer terug zijn in dit huisje, moeten we maar weer eens verder praten.

Nou, kom op…..jassen aan en wegwezen.

 

– Annemiek, we moeten even stoppen hoor. Hoe lang lopen we nu al? Toch zeker al een uur! Ik moet even wat zand uit mijn ogen wrijven. Hè, mijn ogen tranen alsmaar van al dat zand wat opstuift.

-Jaja, ik loop op hetzelfde strand maar heb nergens last van. En we zijn ook nog geen uur weg. Verontschuldig je niet voor je tranen. Jank maar lekker een eind weg. Niemand die er op let. 

– Snik, snik, snik, snif, snif. Wat is het toch oneerlijk allemaal. Moet je kijken hoeveel stelletjes hier op het strand lopen. Ook mensen van ónze leeftijd Annemiek. En moet je zien, allemaal hand in hand. Ik haat Tony, de sukkel! Hoe lang is het geleden dat hij en ik liepen te dollen op het strand? Dat moet vast in een vorig leven geweest zijn. Hij denkt natuurlijk alleen maar aan die jonge grietjes van de tennisclub, waar hij volgende maand een leuk weekend mee hoopt te hebben. Grrrr, ik ben zó ontzettend boos! 

– Je kunt dat pas zeggen als je meer over dat weekend weet Claire. Wie weet hoeveel begeleiding er mee gaat. Maar je opmerking over een vorig leven geeft aan dat je je de leuke tijd met Tony in ieder geval nog weet te herinneren. 

– Nou, het schelden en het huilen lucht in ieder geval wel op.

Adem in – adem uit. Dat wordt toch altijd aangeraden? Dat doe ik nu dan ook maar.

We steken hier de weg over en gaan door de polder naar de eerstvolgende boerderij.

Heerlijk even kroelen met al die lieve varkens, die gelukkig niet de streken van sommige mensen hebben.

(c) Anneke Haarsma    29/03/2019

 

Wie schrijft hoofdstuk 5?
Dit is hoofdstuk 4 van een ‘gezamenlijk feuilleton’ door auteurs van het NBI. Het verhaal kan dus alle kanten opgaan. Een hoofdstuk telt rond de 750 woorden om het leesbaar te houden.
Wel even aanmelden dat je ook een hoofdstuk wilt schrijven, want dubbele hoofdstukken zou niet werken.

Wij zijn benieuwd!