‘Snap het. Denk ik.’

‘Even kijken: “Het blauwe veld en het groene veld zijn even groot, de zwarte, grijze en rode ribben zijn even lang en alle hoeken zijn haaks.” Kandatnou? Dat is niet wat ik zie.’

‘Kijk es naar de kleine kubus in het midden. Als dat een weergave van een 3d kubus is, denk aan een dobbelsteen, dan zijn van die driedimensionale kubus alle vlakken even groot, alle ribben even lang en zijn alle hoeken haaks. In 3D dus. Ook al zie je het op het platte vlak anders.’

‘En wat is dit dan?’

‘Dit is de impressie van een vierdimensionale kubus op het platte vlak.’

‘Hè? De vierde dimensie was toch gewoon tijd?’

‘Hangt ervan af naar wie je luistert. Dat was de bewering van Einstein.’

‘En wat denk jij?’

‘Geen idee. Als wiskundigen ervan uitgaan dat er 11 dimensies zijn, dan begrijp ik niet hoe ze dat kunnen weten. Waarom niet 12? En dus, als iemand beweert dat dit een plaatje is van een vierdimensionale kubus, dan zou ik die graag in handen hebben. Maar dan wel in diezelfde vierde dimensie.’

‘Bizar idee, dat die tekst zou kunnen kloppen.’

[Zie ook: https://nl.wikipedia.org/wiki/Hyperkubus ]

[Dit is een Doorsel, een klein dialoogje van ongeveer 200 woorden over een dilemma of raadsel.]