illustratie Ben Hunia

De deur van de cafetaria gaat open. Binnen komt een man van middelbare leeftijd in een zomerjas en met een pet op, want de nazomeravond kent een frisse bries. Hij is meteen aan de beurt. De vier andere gasten hebben hun bestelling al gedaan en wachten.

‘Dag meneer, wat kan ik voor u doen?’
‘Ehh…geeft u mij maar een frikandel met mayonaise en een ehh…bereklauw met pindasaus.’
‘Prima meneer, komt er aan.’
‘Ja, het was ineens vegetarisch vandaag.’
‘O?’
‘En daar was ik het niet zo mee eens, ziet u.’
‘Ik begrijp het.’

De man zet zich aan een tafel en pakt de Telegraaf. Maar legt deze even later weer neer. Het nieuws kan hem niet afleiden.
‘Een man heeft toch gewoon recht op een stukkie vlees? De hele dag gebuffeld. Dan hoort een stukkie vlees er gewoon bij!’, zegt hij stellig.
‘Ja, lijkt me wel.’
‘Maar nou ineens, nee hoor, we moeten minder vlees eten. Is gezonder voor ons en voor het milieu. Dus af en toe een dag zónder, daar ga je niet dood van.’
‘O, op díe fiets.’
‘Nou, míjn stukkie vlees zal dat hele milieu heus niet redden, hoor.’
‘Nee, als u het zo stelt…’
‘Het is een best mens hoor. We zijn al drieëndertig jaar samen. Nooit geen onvertogen woord. Maar tegenwoordig zit ze met haar hoofd in de vreemdste kookboeken. Biologisch en zo.’
‘U meent het!’
‘Ja. Maar ik moet er meteen bij zeggen: vaak verrassend lekker, al die nieuwerwetse recepten. Nooit gedacht.’
‘Nee.’
‘Maar d’r moet wél een stuk vlees bij, vind ik. Daar heeft een werkend man recht op!’
‘Gelijk heeft u. Alstublieft, uw frikandel en bereklauw. Eet smakelijk!’

De man vouwt het servetje, met daarin het bestek, plechtig open. Bijna ceremonieel zet hij het mes in de frikandel. Vóór hij het eerste stuk in zijn mond steekt houdt hij het nog even onder zijn neus en ruikt eraan met gesloten ogen. Zijn gelaatstrekken ontspannen. De man geniet intens.
Volledig gefocust en volop genietend werkt de man in de volgende minuten zwijgend zijn bestelling naar binnen. Voldaan veegt hij zijn mond schoon en vouwt het servetje weer netjes in zijn vorm.
‘Héérlijk!, complimenteert hij. ‘Vooral die frikandel. Als later Magere Hein zich meldt met mijn houten jas, dan hoop ik dat dát mij nog gegeven is: twéé witte kadetjes met frikandel en mayonaise. Met daarbij het hemelse Laudate Dominum van Mozart. Niet dat ik nou zo gelovig ben, hoor, maar die muziek is zo mooi.’ De man sluit even zijn ogen, trekt zijn wenkbrauwen op, zijn hoofd lijkt zich van zijn romp los te willen maken. ‘Zó wil ik gaan.’
‘Dat is mooi, meneer.’
‘Heb dat mijn vrouw ook verteld.’

Hij staat op, neemt een briefje uit zijn portefeuille en betaalt.
‘Nou, PSV vanavond. Champions League. Ben benieuwd, zal wel niet veel worden. Niet míjn cluppie, maar ja, er is niks anders meer internationaal. En dan ben je toch weer genoeg Nederlander om er het beste van te hopen.’
‘Precies, meneer.’
De man neemt het wisselgeld aan, ritst zijn jas dicht en zet zijn pet op. Dan stapt hij met een ‘goedenavond’ naar buiten. Er komt een vlaag kou het etablissement in.

Enkele tellen later gaat de deur weer open. De man treedt weer binnen.
‘Kan ik nog een rolletje pepermunt krijgen? Het is een beste vrouw hoor. Als ik zometeen thuis kom staat ze mij al op te wachten. Hallo lieverd! Lekker gewandeld? En dan volgt er onvermijdelijk een zoen en dan ruikt ze aan mijn adem dat ik frikandel ben wezen eten. En dat vind ik sneu voor haar. Ze bedoelt het goed.’

 

Ben Voorend              07/11/2018

 

Wilt u reageren op dit bericht? Gebruik dan de optie ‘Geef een reactie’ hieronder.

NB
Uw mailadres, nodig om de reactie te versturen, wordt niet zichtbaar weergegeven en blijft expliciet alleen bekend bij het Nederlands Blog Initiatief. Hierop is de Algemene Verordening Gegevensbescherming van toepassing.

Uw reactie wordt niet direct weergegeven; deze wordt eerst beoordeeld door het Nederlands Blog Initiatief.