Pinterest- Victoria Francés- Embrace

‘Je moet niet denken dat ik nou verliefd op je ben hoor, omdat ik bij je ben blijven slapen.’ Vanuit zijn bed ziet Vincent hoe haar borsten verdwijnen onder het T-shirt dat zij juist over haar hoofd trekt, om nog even goed naar voren uit te steken als zij haar lange zwarte haar bijeen vouwt om er een knot van te maken. Het binnenvallende zonlicht verblindt hem bijna, maar doet haar contouren goed uitkomen.

‘Nee, dat denk ik ook helemaal niet. Ik vroeg alleen wanneer we elkaar weer konden zien.’
‘En je moet ook niet op mij verliefd worden, hoor’, vervolgt ze, terwijl ze haar jeans over haar billen schuift en dichtknoopt. Knóópt, niet ritst! ‘Het was gewoon leuk gisteravond. Meer niet.’
‘Ja Simone, het was gewoon leuk. Erg leuk. Maar dan kan ik je toch wel vragen wanneer wij elkaar weer zien? Dat wil jij toch ook wel, denk ik?’

Zij kijkt naar de knappe jongeman in het bed. Donkerblonde krullen op een klassiek hoofd, steunend op zijn linker elleboog, en het beddenlaken half over zijn onderlichaam, lijkt hij wel op de ingelijste Adonis van de poster boven zijn bed, die zich de liefkozingen van Venus laat welgevallen in een paradijselijke tuin.
‘Mmm, ja, maar je moet goed begrijpen dat ik nog maar net van mijn vorige vriend af ben. Ik ga mij niet meteen weer binden.’
‘Oké, begrijp ik, maar dan kan je mij…’
‘Ik moet nu gaan,’ onderbreekt zij hem, ‘anders kom ik te laat bij mijn moeder en daarna moet ik werken. Avonddienst. Doei!’
‘Hé, ho, wacht even…ik heb je telefoonnummer niet. Schrijf maar even op. Op de sidetable liggen wel pen en papier.’
Simone zet de twee wijnglazen en de lege chablisfles opzij om ruimte te maken op de tafel. Dan buigt zij zich over de tafel en krabbelt snel haar nummer op een los notitievelletje van Manwear, ‘voor de moderne man’. De rondingen van haar billen doen bij Vincent het bloed alweer door zijn aderen jagen.
‘Moet je echt al weg?’
Simone hoort zijn opwinding en onderdrukt tevreden een glimlach als zij de presse papier pakt om op het blaadje te zetten. Tjee, wat een zwaar ding, daar kun je iemand mee doodgooien, gaat het door haar hoofd. ‘Ja, echt, ik moet gaan. Doei!’
‘Wat voor werk doe je eigenlijk?’, roept Vincent haar na terwijl zij het halletje van zijn appartement instapt.
‘Verpleging’, roept zij terug en stapt naar buiten, de galerij op.

De frisse ochtendbries doet haar goed na zo’n korte nacht. Ik douche wel even bij moeder, denkt ze. Wat een prachtig uitzicht over de stad heb je hier. Die Vincent woont wel mooi hoor. En wat deed hij ook alweer? O ja, herenmode. Filiaalhouder.
Ze glimlacht. ‘Verpleging’ werkt nog steeds. Ook op het bureau van politie werken we met ploegendiensten. Heel geloofwaardig. Nou ja, we zien wel.
Vincent blijft nog een vol kwartier in bed liggen. Op zijn rug. Starend naar het plafond. Dan komt hij moeizaam overeind. Allemachtig. Wat een nacht!

De douche doet hem goed. Poedelnaakt staat hij voor zijn kledingkast. In de spiegel bekijkt hij zichzelf nog eens even uitvoerig. Hij is tevreden over wat hij ziet. Een recht lijf, slank met een niet overdreven six pack, gespierde benen. Resultaat van tweemaal fitnessen in de week. Vrouwen houden daar van. Sommige mannen trouwens ook, weet hij.
Ehh, zondag vandaag. Lekker twee dagen vrij. Wat zal ik eens aantrekken? Hoe voel ik me? Uitstekend. Dus ik ga voor de zwarte spijkerbroek, aubergine overhemd met het witte streepje, met roze afgezet op de mouweinden en de kraag, en turquoise colbert. Geen stropdas vandaag. Gewaagde combinatie, maar what the heck. Het is zondag en de zon schijnt.
Hoe laat is het? Mooi, de brasserie is nu open. Ik heb zin in croissant met koffie.

De brasserie is nog rustig. Hij is de enige klant. De hele stad moet zeker nog wakker worden, denkt hij. Zelfs het verkeer is nog rustig. Af en toe de bel van een passerende tram verderop. Alleen van de skatebaan vlakbij zijn flat klinken harde geluiden van boards die op de pipes klappen en opgewonden geschreeuw van de vroege jeugd.
Vincent neemt de krant van gisteren erbij en zet zich aan de koffie.

‘Hoi mam, ik ben er!’
‘Ssst! Stil nou! Ik luister naar de preek!’
‘O, sorry hoor’, fluistert Simone, ‘ik neem even koffie. Heb jij al gehad?’
Haar moeder schudt haar hoofd, zonder haar ogen van het televisiescherm af te houden, waar een elegante jonge dominee zijn preek de kerk en online de huiskamers instuurt. Haar verwassen roze kamerjas half open, daaronder haar vaalgele katoenen pyjamajurk. Grijze wollen sokken aan haar voeten.
Ik zal haar zo eens netjes aankleden, denkt Simone. Het is zondag en we gaan een leuk ommetje maken. Dat zal haar goed doen. Ze loopt naar het keukentje en zet de Senseo aan. Haar telefoontje zoemt. Een bericht. Hé, onbekend. Even kijken. O, van Vincent.

‘Hoi Simone, even een berichtje van mij. Ik zit nu lekker aan een kop koffie en denk aan je. Ik wilde je nog bedanken voor een heerlijke nacht. Ik hoop je gauw weer te zien😊XXX’
Nou, nou…is dit nou niet iets té?, gaat het door haar hoofd. Maar gevleid voelt ze zich wel. Ik zal hem zo wel antwoorden. Nu eerst een koffie met mam.
Op de bank naast haar moeder kan ze de boodschap van de preek niet oppakken. Ze opent whatsapp en antwoordt Vincent. ‘Ja, was leuk.’ Haar moeder kijkt haar geïrriteerd aan. Het zachte getik van de toetsjes leidt haar af. ‘Maar niet overdrijven, hè’, toetst Simone snel in en sluit af.
Ze staat op. ‘Ik pak even snel een doucheje, mam. Dan kunnen we daarna lekker even naar buiten. Het is heerlijk weer.’

‘Zo, mam, je ziet er weer prima de luxe uit. Heb je wel zin om mee naar buiten te gaan? Het zonnetje schijnt heerlijk. Je zult ervan genieten. En beweging is goed voor je. Kom, geef me maar een arm, de rollator staat al bij de lift.’
‘Jammer, dat je de preek gemist hebt. Het was mooi en die dominee kan zo mooi spreken, hè. Het ging over vergeven en vergeten. Komende week is het 19 jaar geleden dat mijn broer, jouw oom Franky, om het leven gebracht werd. Jij was nog een klein meisje. Ik moest steeds aan hem denken. Vergeten kan ik het nooit. En vergeven? Het lukt mij niet, hij was mijn lievelingsbroer.’
Oom Franky. Beelden van zijn begrafenis dringen weer haar hoofd binnen. Doodgeschoten op de Zeedijk. Bleek een ruzie te zijn tussen drugsdealers. Franky’s rol bleef onduidelijk. Hij was voor zijn nichtje altijd heel aardig en lief geweest. Misschien was zijn dood wel de reden dat zij bij de politie was gegaan. Ze wist het eigenlijk niet zo goed. En het uitbundige, onnederlandse feest na de begrafenis met veel familie uit Suriname. De meeste familie kende ze niet eens.

In gedachten loopt Vincent met een omweg naar huis. De zon voelt weldadig aan, maar hij merkt dat nauwelijks. Zijn gedachten zijn bij gisteravond en vannacht. Zijn vrienden hadden hun barkruk al verlaten om hun jassen te pakken, op weg naar de dancing die nog open was tot vier uur. Hij had er geen trek in. Had de hele dag gewerkt en wilde naar huis. Nog even zijn biertje opdrinken en dan naar huis. Opeens stond zij naast hem. ‘Moet je niet mee met je vrienden?’, had zij gevraagd. Hij had geantwoord, verdronk in haar gitzwarte ogen en van het een kwam het ander.
Ja, was leuk, maar niet overdrijven, appte ze terug. Niet overdrijven? Hoe kon ze dat nou van hem verwachten na een nacht als deze? Victor had zich nooit laten voorstaan op zijn toch wel ruime ervaring tussen de lakens. Not done was zijn instelling. Daar waren de nodige one night stands bij, maar nooit banaal of plat. Hij beschouwde al die vrouwen nog steeds als lieve vriendinnen, ook al zag hij ze niet meer en moest hij soms goed nadenken om hun namen nog op te halen. Diepgaande gevoelens van sympathie voor elkaar en een sterke fysieke aantrekkingskracht volstonden voor een kortere of langere relatie. Oprechte relaties. Maar verliefd was hij nog nooit geweest.

Ja, ik ben verliefd! Hij wist het ineens. Het maakte hem niet eens uitzinnig of waanzinnig, wat je ook wel eens zag. Nee, er was eerder sprake van een gelukzalige berusting. Alsof zijn zoektocht naar de ware ten einde was gekomen. Alsof hij bij elke verbintenis wist dat dit hem kon overkomen. En nu was het raak. Deze vrouw wilde hij nooit meer kwijt. Hij moest het haar vertellen. Zij moest het weten.
Vincent appt terug: ‘Niet overdrijven? Alsjeblieft, ik moet je snel weer zien. Het doet pijn je niet te zien.’ Hij twijfelt even, maar stuurt het bericht dan toch weg. Het is nou eenmaal hoe hij zich voelt en dat mag zij best weten.
Die hele middag komt er geen antwoord. Hij stuurt er nog een appje achteraan met drie vraagtekens, maar geen respons.

(Wordt vervolgd)

© Ben Voorend           31/01/2021

Wilt u reageren op dit bericht? Gebruik dan de optie ‘Geef een reactie’ hieronder.

NB
Uw mailadres, nodig om de reactie te versturen, wordt niet zichtbaar weergegeven en blijft expliciet alleen bekend bij het Nederlands Blog Initiatief. Hierop is de Algemene Verordening Gegevensbescherming van toepassing.

Uw reactie wordt niet direct weergegeven; deze wordt eerst beoordeeld door het Nederlands Blog Initiatief.