Uit! Ik leg het boek terzijde en laat het even op mij inwerken. Het is lang geleden dat ik een stripboek heb gelezen.
Asterix en Obelix waren populair op de middelbare school. Wij lazen alle afleveringen keer op keer en overhoorden elkaar erover. In mijn studententijd las ik nog wel eens Amerikaanse strips als de Fabulous Furry Freak Brothers en Mr. Natural, stonede dopy’s van de ergste soort, maar erg om te lachen als je melig was. Maar dat waren steevast slechts korte verhaaltjes. Nee, de dorpshelden uit Bretagne, dat waren echte verhalen met een begin en een eind.

En daarmee vergelijk ik het boek dat ik zojuist gelezen heb: Opstand, van de Amerikaanse bestsellerauteur Melissa Meyer, uitgegeven door Blossom Books, interessante uitgeverij die zich richt op het jongere lezerspubliek. Wat zoek jíj daar dan, hoor ik al. Nou, toevallig is het boek uit het Engels vertaald door Anneke Voerman, boekenverslinder en de jongste dochter van Dineke, met wie ik sinds twee jaar getrouwd ben.

Maar Opstand is een Graphic Novel, ofwel een literair stripboek met harde kaft, en daarmee is het tóch van een ander kaliber dan die slapbekafte dorpse jongens en hun Romeinse overheersers.
Het boek kent de goeden en de kwaden, hun intriges en hun confrontaties en speelt zich af in de toekomst. Maanbewoners, androïds en mensen dreigen terecht te komen in een erop-of-eronder-confrontatie. Geschreven met de nodige humor en liefdeslijnen tussen de hoofdpersonen, spreekt het beslist jongere lezers aan, lijkt mij. Ook de tekeningen in Japanse mangastijl zullen de jeugd aanspreken.

Maar het is niet mijn bedoeling om een recensie te schrijven. Ik vroeg mij al lezende af of het genre ondertussen misschien ook op eindexamenlijsten van de middelbare school geaccepteerd wordt. Want daarover hadden wij destijds (1971) al eens discussie gevoerd met Chris van der Linden, onze leraar Duits.
Chris was het eigenlijk met ons eens dat stripboeken op de lijst zouden moeten kunnen. Niet alléén maar stripboeken, maar enkele. ‘Want kijk maar om je heen: overal zie je meer en meer pictogrammen verschijnen in plaats van tekst. Op perrons, in bibliotheken, noem maar op. Iedereen begrijpt de afbeelding, je hoeft de taal niet machtig te zijn. En dat zal verder en verder gaan. Dus wat mij betreft zou het moeten kunnen. Maar ik beslis daar niet over. Jullie zullen dus gewoon moeten kiezen uit de gangbare boeken.’
En over onze Franse helden: ‘Ja, in die strips zit veel historisch materiaal en er wordt vaak een knipoog naar onze tijd gegeven. Daar zou je als examencommissie toch vragen op kunnen loslaten.’ Om er vervolgens aan toe te voegen: ‘Alleen zou je die strips dan wel in het Duits moeten lezen.’ Nou ja, dat betekende einde discussie. Duits en humor, dat gaat niet. Maar het voelde goed dat onze vraag serieus werd genomen.

Ik ben eens gaan rondneuzen en navragen. De graphic novel wordt wél als genre erkend (*), maar nog steeds niet toegelaten op (Nederlandse?) eindexamenlijsten. Op de KU Leuven wordt er overigens wel les in gegeven.
Ik zal er Asterix en de Belgen nog eens op nalezen.

© Ben Voorend     14/07/2018

 

(*) Wikipedia leert mij dat de term ‘graphic novel’ begin jaren zestig van de vorige eeuw geïntroduceerd werd in de kringen van Amerikaanse comictekenaars en -schrijvers. De doorbraak naar het grote publiek kwam met het verschijnen van “A Contract with God” van Will Eisner in 1978. Pas in de jaren tachtig en negentig nam het genre een grote vlucht, om tenslotte in 2001 voor het eerst als apart genre in Amerikaanse boekwinkels een plaats te krijgen.

 

Wilt u reageren op dit bericht? Gebruik dan de optie ‘Geef een reactie’ hieronder.

NB
Uw mailadres, nodig om de reactie te versturen, wordt niet zichtbaar weergegeven en blijft expliciet alleen bekend bij het Nederlands Blog Initiatief. Hierop is de Algemene Verordening Gegevensbescherming van toepassing.

Uw reactie wordt niet direct weergegeven; deze wordt eerst beoordeeld door het Nederlands Blog Initiatief.