We zitten in een grote kring. Ronald neemt het woord. “Welkom iedereen. Bijna de hele januarigroep is aanwezig. Peter, Hildo en de beide Annets zijn verhinderd, Kris is op familiebezoek in Polen en kan hier daarom niet bij zijn. Nicole heeft op zich genomen om hen over de bijeenkomst van vanmiddag bij te praten. Dank je, Nicole.
Ook de meetwaarden van daarnet bij binnenkomst geven aan dat bijna iedereen vooruit is gegaan, sommigen nog niet met grote stappen en een enkeling staat stil, maar zonder medicijnen! Toch wel bizar: geen medicijnen en de suikerwaarden worden niet slechter! En over all, iedereen is gewicht kwijt!”
Rustig kijkt hij de groep rond, zoekt oogcontact met ieder afzonderlijk. “Gefeliciteerd allemaal. Jullie zijn op de goede weg!”
Ronald vervolgt: “Ik ben blij dat jullie kans hebben gezien je op zo’n korte termijn vrij te maken van je werkzaamheden om hier aanwezig te zijn. Wat heet korte termijn, vanmorgen een telefoontje en vanmiddag hier aanwezig!
Zoals jullie zien zijn er twee nieuwe gezichten in ons midden. Dat zijn Nico, met bril, en naast hem zit Ben. Nico is jurist en doet achter de schermen veel werk voor onze stichting. Hij ontmoette Ben bij toeval in de supermarkt. Nico heeft Ben gisteravond met spoed hiernaartoe gereden, want Ben heeft ons een opmerkelijk verhaal te vertellen. Een verhaal dat een nieuwe dimensie toevoegt aan onze missie. Ik stel voor dat we een introductieronde maken, zodat Ben iets van jullie weet, om daarna het woord aan Ben te geven.” Ronald kijkt de groep rond. “Olaf, wil jij beginnen?”
Iedereen stelt zich aan mij voor en geeft een korte beschrijving van zijn of haar beweegredenen om zich bij de januarigroep aan te sluiten. Sommigen kennen elkaar van de wachtkamer van de huisarts, waar zij met elkaar spraken over hun ziekte. Zo kon het gebeuren dat een kleine, onopvallende annonce in het blad van de Diabetesvereniging Nederland die diabetici opriep zich op te geven voor een experimenteel leefstijlprogramma om diabetes terug te dringen, meteen al een groepje starters had. De anderen hadden de oproep toevallig gelezen. In januari kon de groep van start.

Het leefstijlprogramma is in wezen een bewustwordingsprogramma en staat voor een rigoreuze ommezwaai van eetgewoontes in combinatie met veel en bewust bewegen. Wég met de toegevoegde suikers en terug naar de natuurlijke koolhydraten, de eeuwenoude vetten en eiwitten als energieleveranciers. Die hadden millennialang prima dienst gedaan, zo leerden de deelnemers. Mensen kenden nauwelijks overgewicht en waren verder doorgaans gezond. Diabetes kwam nauwelijks voor en ook cholesterol was een uitzondering. Vetten van onbewerkt vlees, de onverzadigde vetzuren, worden gewoon door het lichaam gebruikt. Het zijn juist de verzadigde vetzuren in bewerkt vlees die zich vastzetten op de binnenwanden van de aderen, die daardoor dichtslibben.
De groep begon enthousiast aan het nieuwe voedingsprogramma en de resultaten bleken boven verwachting. Dezelfde dag al! Opwinding maakte zich van ieder meester en een collectief wantrouwen jegens de voedselproducenten was het gevolg van de gesprekken in de pauzes en aan tafel. Na de tweede dag ging de groep uiteen met de afspraak dat ieder in zijn omgeving zou zoeken naar aanwijzingen dat de levensmiddelenindustrie opzettelijk suiker toevoegt aan ingeblikt of verpakt voedsel. Chessy zou alle meldingen bijhouden.

Binnen de kortste keren had Chessy hele lijsten vol met artikelen waar suikers aan toegevoegd zijn. En toen stagneerde de aanvoer. Het ‘onderzoek’ leek een stille dood te sterven.

De leiding zat er een beetje mee. Hoe nu verder? Het zou toch jammer zijn als het enthousiasme zou wegebben. Als de spirit uit de groep zou verdwijnen. Deelnemers zouden misschien terugvallen in oude gewoontes.
En toen belde Nico dat hij met spoed opvang nodig had voor een heel bijzondere nieuweling…

Ik was aan de beurt om mijn verhaal te doen. Iedereen luisterde aandachtig, maar de monden vielen open van verbazing en ongeloof toen ik vertelde van het ziekenhuis en van Van den Bossche. Er viel een stilte toen ik klaar was. Vragen werden er mij niet gesteld, ieder was bezig met zijn eigen gedachten, lamgeslagen.

Het was Nicole die zich als eerste oprichtte. “Mensen, het probleem is veel complexer dan wij dachten, maar…moeten wij daarom opgeven? Willen wij dit zomaar laten gebeuren?”, zei ze strijdvaardig. “Wij zijn toch met een hele groep? Kijk eens wat voor kwaliteiten er in deze groep zitten: financieel adviseurs, een jurist, ambtenaren, huismoeders, managers, ict’ers, verpleegkundigen. Noem maar op. Laten wij gebruik maken van die kwaliteiten. Laten we samenwerken! Ronald kan dat goed coördineren en structureren, hij is getraind in militaire operaties.”
Van een verbluffende eenvoud, dat idee. Fantastisch! Het bleef enkele tellen stil en toen barstte iedereen tegelijk los. Bijval voor Nicole van alle kanten! “Doen we!’, “Goed plan!”, “Geweldig, Nicole!” Vuisten werden gebald, kaken gespannen, ogen vochtig.

“Ik stel voor,” voegde Ronald de daad bij het woord, toen de gemoederen weer enigszins bedaard waren, “dat wij nu even pauzeren en een kop thee of koffie drinken in de ontmoetingsruimte om ons daarna weer hier te verzamelen. We bespreken dan het voorstel van Nicole. Tot over 15 minuten.”

(c) Ben Voorend    2016