De groep van Han gaat voortvarend te werk. Drie dagen na de bijeenkomst weet Han al melding te maken van internationale reisjes en ‘congressen’ waar Van den Bossche aan deelneemt. Deze worden consequent bezocht door hetzelfde groepje medici, een stuk of 15 en zonder uitzondering diabetesdeskundigen, en topmanagers uit de wereld van voedselproductie en restaurantketens. Daar drentelen steevast ook nog anderen omheen die hij nog niet heeft kunnen thuisbrengen. Han heeft ook al enkele namen achterhaald. Mevrouw DeKat zit daar bij. Zij is altijd in de buurt van Van den Bossche. Het heeft er alle schijn van, volgens Han, dat zij van Van den Bossche leert hóe in België een ziekenhuisketen op te zetten met ‘gespecialiseerde diabetesafdelingen’.

Rob, ondertussen, heeft samen met Birgul iets vreemds ontdekt over de enorme suikerconsumptie in de Turkse regio, de Balkan en Noord-Afrika. Hij wil daarover nog niet veel kwijt, omdat er nog teveel vraagtekens zijn. Binnenkort méér, hoopt hij.

Nicole en Conny vinden kasten vol dossiers op internet over onderzoek naar diabetes. Vanwege hun opleiding hebben zij vrij eenvoudig toegang tot gegevens. Moeilijker is het om informatie te vinden over een relatie met de voedselindustrie. Bedrijven in die hoek zijn erg terughoudend met informatie of weigeren gewoon inzicht te geven of vragen te beantwoorden. Nico zal een standaard brief opstellen om bedrijven te dwingen openbaar geachte bedrijfsgegevens als jaarrekeningen bijv. ook daadwerkelijk openbaar te laten zijn en dus opgestuurd dienen te worden als daar om gevraagd wordt. Nico roept daar wel de hulp bij in van Annet, Anita, Jeanne en ‘Molletje’, want het is een hels en tijdrovend karwei om een jaarrekening te bestuderen, laat staan meerdere. Annet is goed thuis in financiële verslagen en kan de andere drie aansturen.
Overigens meldden zich bij Conny en Nicole, sinds zij hun onderzoek begonnen, enkele nieuwe patiënten met vage klachten, die van alles willen weten over diabetes en soms opmerkelijke vragen stellen die een ‘gewone’ patiënt nooit gesteld zou hebben. Die hun bijvoorbeeld in de mond willen leggen dat er mogelijk een verband bestaat tussen voedselproducenten en de farmacie. Normaliter vraagt geen enkele nieuwe diabeet naar zoiets. Die is meer bezig met zijn medicatie. Zij vinden dit verdacht. Kan Han hier misschien iets mee?

Dan blijft het stil. Mijn tweede week bij Sjon nadert zijn eind. Sjon en ik zitten elkaar niet in de weg. We hebben veel herinneringen samen en veel gespreksstof. Ik probeer hem Feijenoorder te maken en hij mij Ajacied, we lossen samen cryptogrammen op, kijken sport op Fox TV en bezoeken musea. Er is genoeg te doen in Amsterdam. Verder werkt hij nog parttime en heeft een vriendin, ook parttime, waar hij regelmatig verblijft.
Ik prijs mij gelukkig met de groepsapp waarop Yvonne en Marijke vaak koolhydraatarme gerechten doorgeven. Verder wandel ik elke dag drie keer door het park voor de deur en eet ook geen pasta’s meer of aardappelen en rijst. Dat helpt mijn suiker onder controle te houden, want insuline halen bij een apotheek zou erg risicovol zijn, en ik val zelfs af! Meestal drink ik even een kop koffie in het theehuisje bij de zandbak, want van een hele dag binnen zitten word je niet vrolijk. Geld is geen probleem. Ik kan niet pinnen om mijzelf niet te verraden en leen dus van Sjon.

En dan plotseling: BENG!!! De bom barst. Of eigenlijk: BENG! BENG! BENG! De clusterbom barst. Er gebeurt ineens van alles tegelijk.

(c) Ben Voorend    2016