Sjon en ik hebben ons met een kop koffie geïnstalleerd voor de tv om het achtuurjournaal te becommentariëren. We zijn lekker op dreef, als daar plotseling Olaf in beeld verschijnt die, zo luidt het commentaar, opgebracht wordt voor het ontvreemden van geclassificeerde dossiers uit de archieven van de ministeries van Justitie en Volksgezondheid. “Tjonge, wat een…”, begint Sjon. “Stil!”, zeg ik. “Dat is er één van ons!” Olaf probeert nog wel zijn gezicht te bedekken achter een krant, maar ik zie dat hij het is. Dan verschijnt Nico in beeld als zijn advocaat. “Mijn cliënt is klokkenluider, géén crimineel! Hij verdient het niet om zo opgebrachtte worden! Wij beraden ons op stappen tegen het OM, dat volgens ons vér buiten zijn boekje gaat. We leven altijd nog in een rechtsstaat!”

Meteen vliegen de apps over en weer. Grote ongerustheid bij de hele groep. Wat kunnen we voor Olaf doen? Lopen wij ook gevaar om opgepakt te worden? Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Veysel, Peter en Ronald grijpen in: zij sturen een app rond met de uitdrukkelijke instructie om tot nader bericht terughoudend te zijn met elkaar appen. We moeten voorzichtig zijn. Olaf is natuurlijk ambtenaar. Wij weten niet wat zijn werkgever voor informatie heeft over Olaf en zijn privéleven. En dus misschien over ons.

Een dag later meldt Veysel aanhoudende aanvallen op zijn pc en telefoontoestel. Hackers willen naar binnen. Waarschijnlijk is de piek in ons mobiele netwerk meteen na het nieuws over Olaf opgevallen bij speciale mediawatchers van de Nationale Inlichtingendienst. Wat slim! Daar zijn we mooi ingetrapt. Gebruik het achtuurjournaal om reacties op te sporen!

Han appt dat het zíjn schuld is. Na informatie van Rob en Birgul had hij Ronald gevraagd of Olaf misschien in archieven van het ministerie zou kunnen duiken. Rob had hem namelijk laten weten bewijs te hebben van betrokkenheid in de vorm van ‘nevenfuncties’ van hoge regeringsfunctionarissen in Turkije en Irak bij de suikerindustrie. Reisjes over en weer zijn geen uitzondering, evenals uitjes voor conferenties, óók medische, in Marokko, Tunesië of Egypte. Daarnaast had Rob hem óók laten weten dat hij Anita gevraagd had om contact op te nemen met Kris in Polen met de vraag om dáár ook eens goed de berichtgeving te volgen in de media. Met wonderlijk genoeg snel resultaat. Het lijkt erop dat in Oost-Europa de hoge heren medici, de topmanagers van de voedselproducerende bedrijven en zelfs politici zo zeker zijn van hun positie, of zo ingenomen zijn met zichzelf, dat zij geen enkele moeite doen om de onderlinge vriendschappelijke banden te verdoezelen.
“Onzin, Han”, appt Ronald terug, “Peter, Veysel en ik hebben die verantwoordelijkheid op ons genomen en eerst uitgebreid met Olaf overlegd. Jij hoeft jezef niets te verwijten! Want het probleem is groter dan jou bekend is: Olaf had ons zélf ook al informatie gegeven die wees op belangenverstrengeling en achterkamertjespolitiek. Op óns verzoek dook Olaf in de archieven van verschillende ministeries en is daarbij tegen de lamp gelopen. Jou treft geen blaam.”
Conny en Nicole vinden dat de groep weer met spoed bijeen moet komen, want ook zíj hebben meer informatie. Het is tijd om elkaar weer eens te zien. Om elkaar op de hoogte te stellen. Om elkaar te bevestigen in onze strijd en om af te stemmen over hóe nu verder te gaan. We spreken af voor de volgende dag, zaterdag, dan kan iedereen.

De ontvangsthal van Blauwrijk is vol, maar anders dan de vorige keer is de stemming bedrukt. Ieder drinkt rustig van zijn koffie of groene thee. Degenen die praten, praten zacht, bijna fluisterend. Het merendeel echter, luistert of is bezig met zijn eigen gedachten.
Conny klapt in haar handen. “Zullen we naar het lokaal gaan? We doen vandaag maar geen metingen, want iedereen is gespannen, dan zijn bloedwaarden toch altijd anders. Komen jullie?”

(c) Ben Voorend    2016