Ronald had zich gerealiseerd dat Han op het politiebureau in de problemen zou komen. Hoezo broer van Hildo? Twee verschillende achternamen!! Hij bedacht zich geen moment. De afwikkeling bij het ziekenhuis wachtte hij niet af en spoedde zich naar het politiebureau.
Hij had zich goed voorbereid. Het automatisme van de oud-terreurbestrijder zat er nog helemaal in toen hij zich vannacht naar Amsterdam begaf: portofoon, handboeien en een gummiknuppel in de plunjezak, samen met een mes en een Magnum.44 in een leren houder voor op het lichaam.
De portofoon was afgestemd op de politiefrequentie en daarom wist hij waar Han naartoe gebracht werd.

“Nou, ziet u, ik heb gewoon nooit een identiteitsbewijs bij me! Dat is mij al twee keer ontstolen, dus ik bedank voor de eer. Kost een vermogen“, probeert Han zich eruit te kletsen.
”Nou, meneertje, daar komt dan nog weer een klein vermogen bij! U krijgt dáárvoor al een boete van 90 euro. Koffie?”
“Graag, koffie van 90 euro…ik ben benieuwd hoe die smaakt.”
“Chris, wil jij even koffie halen voor onze gast? En doe mij er ook maar een. Niet zo’n sjieke, hoor, een gewone personeelskoffie is genoeg voor mij. En o ja, neem meteen even inkt en een formulier mee voor de vingerafdrukken van meneer.”
De joviale agent draait zich weer naar Han en vervolgt: “Zo heer, waar zullen wij het ondertussen eens over hebben? Aan uw tongval te horen bent u niet van hier. Uit het zuiden zou ik denken, Brabant of zo, of Limburg.”
Han zwijgt, hij zit in de val en pijnigt zijn hersenen.
“Ik heb vroeger een vriendin gehad,” ging de agent verder. “Kwam uit Den Bosch. Hoewel, vriendin…meer een carnavalscharrel, u kent dat wel. Vandaar dat ik iets van tongvallen en dialecten weet, ziet u. Meer dan van Brabantse vrouwen in elk geval!” Hij moet er zelf om lachen.
De deur gaat open. “Ah, daar is de koffie. Lekker!” Hij draait zich om en ziet nog juist hoe een korte gummiknuppel naar beneden suist om boven op zijn kruin neer te komen. Hij glijdt zonder kik van zijn stoel. Ronald vangt hem nog netjes op en legt hem zachtjes neer op de vloer van de verhoorkamer.
“Snel, Han! Geen tijd te verliezen! De deur uit, twee keer links, één keer rechts. Naar de nooduitgang. Ik pik je daar op!” Ronald haast zich naar rechts waar zich aan het eind van de gang een kluwen agenten bezighoudt met hun collega, die bewusteloos naast het koffieapparaat ligt. Hij slipt er ongemerkt langs en grist op weg naar de uitgang nog snel een handvol autosleutels van het sleutelbord.
Buiten sprint hij naar de politieauto’s. Een blik op de sleutelnummers helpt hem al snel de juiste auto te vinden. Han staat al klaar, licht gebogen achter een schadeauto, en springt in de auto als die bij hem stopt. Met gierende banden racet Ronald het terrein af. Han kijkt om en ziet onthutste politieagenten de vluchtauto nakijken, niet in staat een achtervolging in te zetten.
“Petje af, Ronald, wat een actie! Alsof je aan het front zit!”, zegt hij bewonderend.
“Ach, Han, dit is kinderspel, vergeleken met het echte veldwerk. Maar dank je.” En met een grijns zet hij de sirene en het zwaailicht aan. Vrij baan! Hij geniet er zichtbaar van.

(c) Ben Voorend    2016