“Yvonne en Janny! Ah, daar zijn jullie. Wij gaan even een uurtje lopen met de gasten. Gaat dat lukken met het eten?”
“Ja, hoor, Lotte, geen probleem,” antwoordt Yvonne. “We zijn compleet. Inez, Jeanne en Birgul lopen in de bediening en Kris en Marrianne doen de spoelkeuken vanavond. Ga maar lekker lopen.”

Toen de ergste stormen geluwd waren, kwam de januarigroep nog twee keer bijeen in Blauwrijk. De resultaten van het Keer-diabetes-2-om-programma waren verbluffend en de groep werd uitgezwaaid. Conny, Nicole en Ronald moesten hun aandacht nu op de volgende groepen richten en Chessy zat helemaal volgeboekt.
Het afscheid op de laatste bijeenkomst was voor iedereen onbevredigend. Zoveel samen meegemaakt en dan uiteenvallen als los zand? Dat voelde niet goed. Afspraken werden gemaakt om met elkaar in contact te blijven, maar iedereen wist hoe fragiel dat soort afspraken doorgaans blijken te zijn. Veysel bood aan om de groepsaccount op gmail te onderhouden.

Amper zes maanden later ontving iedereen een uitnodiging van Nico om bijeen te komen voor een groepsbespreking op een boerderij in Houten. Er waren ontwikkelingen waar mogelijk de hele groep in geïnteresseerd zou zijn.

Het weerzien had het karakter van een reünie. Als oude bekenden werd er om halzen gehangen en in armen gevlogen. Tranen vloeiden of werden ternauwernood binnengehouden. Kelen met brokken te over.
Nico en Olaf heetten iedereen welkom en een onbekende vrouw zorgde voor genoeg groene thee en koffie met amandelcakejes. Zij stelde zich voor als Lotte.

Toen iedereen gearriveerd was nam Nico het woord. “Welkom allemaal. Ik stel voor dat wij gezamenlijk eerst een wandelingetje maken van zeg een half uurtje, of wie daar geen trek in heeft blijft hier zitten, er is thee en koffie genoeg. Daarna gaan we niet, zoals gebruikelijk, de glucosewaarden meten of ons wegen. Dat doen we niet meer. De meesten van jullie zijn dit jaar van hun medicatie af gekomen en kunnen zelfstandig verder, zonder verdere begeleiding. Nee, wij verzamelen ons dan in de Blauwrijkzaal voor de bespreking. Ik weet dat jullie nieuwsgierig zijn, maar ik verwacht nog een paar gasten. Zij zijn onderweg en met een kwartier, twintig minuten zullen zij er zijn, belden zij net door.”

Niet geheel toevallig wandelde ik met Lotte op. Ik was nieuwsgierig naar haar. Zij was een knappe verschijning van begin 50 schatte ik en haar voorkomen strookte helemaal niet met het beeld van wat Nico mij had gegeven. Niks geen bruin-oranje-paarse kleding en of tuinbroek. Een blauwe bloemetjesjurk met leuke lage laarsjes. Haar blonde haar grijzend en modern kort geknipt.

Lotte bleek helemaal niet zo in de jaren 70 te zijn blijven hangen, kwam ik achter. Zij was een zelfbewuste vrouw die graag mocht vertellen over de strijd tegen de heersende moraal in de jaren 60 en 70. Je moest bijvoorbeeld als vrouw in de jaren 60 je baan opgeven als je trouwde! Want de vrouw moest voor de kinderen zorgen en de man voor het geld. De pastoor kwam langs als je niet binnen een jaar zwanger bleek. Trouwen móest, maar alleen als je hetero was. Homo’s en vrouwen die het met elkaar deden waren ziek. En zieke mensen laat je geen kinderen opvoeden, ook al houden ze veel van elkaar. De kinderen zouden zomaar óók ziek gemaakt kunnen worden!? Communes, met hun vrije relaties, waren uit den boze, want heel bedreigend voor de maatschappij waar het gezin de hoeksteen van de samenleving hoorde te zijn.
En de schrik van de gemiddelde Nederlandse man: de manwijven, de Dolle –baas in eigen buik- Mina’s! De knóet moest erover en terug naar het aanrecht, waar de overheid je voorkauwde wát gezonde voeding voor je was. Joris -melk is goed voor elk- Driepinter deed zichook tegoed aan dat ‘heerlijke, gezonde’ Tarvo witbrood, zo goedkoop voor de huishoudknip. Ging pas na drie weken schimmelen, een fééstelijke roze schimmel zelfs! Bereid in de modernste broodfabrieken, met de modernste broodverbeteraars.

Haar commune heeft lange tijd bestaan, maar ging uiteindelijk ten onder. De vrije omgang met elkaar hield geen stand. Open, rationele relaties bleken niet bestand tegen emotionele bindingsdriften toen er eenmaal kinderen uit voortkwamen en opgevoed moesten worden. Ook de kinderen leken behoefte te hebben aan één vader en één moeder die direct duidelijke grenzen stellen en niet eerst een vergadering moeten beleggen.
“Het einde diende zich aan”, aldus Lotte, “toen de ontevredenheid bij Olivier over zijn relatie met Michelle niet meer bespreekbaar was en ook de groep er geen trek meer in had om zich ermee te bemoeien. Wat een drama werd dat!
Natuurlijk voelden de kinderen in de groep de spanningen en zij zochten elkaar ook steeds vaker op. Want alle volwassenen leken wel gek geworden en welke volwassenen hadden nou eigenlijk nog oog voor hún angsten en onzekerheden? De vriendjes Casper, Jantje en Lonnie bijvoorbeeld, herinner ik mij, hadden veel steun aan elkaar. Urenlang speelden zij winkeltje of bakten zandtaartjes in de zandbak. Zij gingen zó op in hun spel, dat ik mij daar wel zorgen om maakte. Maar aan de andere kant: zij schiepen wél een eigen, vertrouwd wereldje, waar zij zich veilig voelden. Ja, gelukkig hadden zij elkáár.
Maar op een ochtend vertrok Olivier, zonder aankondiging, en nam Jantje mee, zijn zoontje. Casper en Lonnie waren niet te troosten en huilden dagenlang. Het duurde máánden voordat zij over hun verdriet heen leken. Zij zijn wel alle drie goed terechtgekomen, hoor, ik zie ze regelmatig op tv. Alle drie nog bezig met zandtaartjes. Jantje zocht na een jaar of tien weer contact. Hij woonde met Olivier in Engeland en wilde verder in het koksvak. Of ik misschien nog tips had, want als kind vond hij dat ik kon toveren met verse groente van het land! Dat dat zo’n kind bijblijft, hé? Ik heb nu nóg regelmatig contact met hem. Maar hij noemt zich nu Jamie…
Oliviers vertrek spleet feitelijk ook de groep. Verwijten over en weer. Vertrouwen in elkaar weg…Het duurde geen twee jaar en toen was er geen commune meer. Jammer. Toch heeft onze generatie veel bereikt. Slimme meiden bereiden zich nu voor op hun toekomst. Het huwelijk tussen gelijke seksen is nu mogelijk. Ook mogen zij kinderen krijgen of adopteren en opvoeden. Geweldig, toch?”
“Maar hoor mij nu,” stapt Lotte het heden weer binnen, “ik klink als een oudgediende die aan het front heeft gevochten. Maar ik ben nog steeds strijdbaar, hoor! Waarom zijn wij anders hier? We hebben dan wel veel bereikt, maar we zijn er nog lang niet. Er is nog een wereld te winnen. Een bewuste, gezonde wereld.
Kom, het half uur is wel om, we gaan weer naar binnen.”

(c) Ben Voorend    2016