Na het vee, de uiterwaarden, Slot Loevestein in de verte en de molen Nooit Volmaakt bij de Arkelse Poort lopen wij terug richting de Grote Markt. Langs de haven naar de Molenstraat, langs de Revetsteeg, waar voor nr. 3 Willem van Arkel sneuvelde in de strijd tegen Jacoba van Beieren. Als kind vond ik dat fascinerend: te staan op een plek waar een heroïsch historisch feit zich had voltrokken. Ik hoorde het wapengekletter en het geschreeuw! Langs Huize Matthijs-Marijke, het weeshuis onderaan de Weessteeg, waar aan de zijkant nog steeds een luikje is waarachter baby’s achtergelaten konden worden (wel dichtgemetseld nu achter het deurtje).

Midden op de Grote Markt staat nog steeds dezelfde Wilhelminafontein tegenover het voormalige stadhuis, nu museum en VVV. Het plein is geheel bedolven onder terrassen van omliggende horecagelegenheden. Mooie plek dus voor een late lunch.

Ik kijk een beetje om mij heen. Waarachtig! Venezia, de Italiaanse ijsspecialist, zit er nog steeds!! En nog steeds hartstikke druk. Mensen staan buiten in de rij! Ik kan mij nog wel herinneren dat die zaak opende en al snel een begrip was in Gorcum. Nog steeds kennelijk.

Ik kijk naar het bordes van het stadhuis. Daar stond ik ooit als getuige voor mijn zusje toen zij haar ja-woord gaf. Ik studeerde toen in Amsterdam en gaf niks om kleding of uiterlijk. De hele familie zat in angst en beven, bang dat ik in t-shirt zou opdraven. Iedereen zat te vissen, maar ik gaf geen krimp. D.w.z. ik hield mij op de vlakte en trok mijn eigen plan. Ik huurde een chique pak met hoge hoed en vroeg een kennis van mij, die in de Jordaan een boetiekje had, om iets opvallends te maken dat ik daarbij kon dragen. Zij kwam met een schitterende grote strik. Mijn buurman op de studentenflat, Jos, vroeg ik mij te assisteren als een soort personal coach avant la lettre. Hij paste mooi in mijn eigen mooiste pak en hield daarin een kledingborstel verborgen. Toen de getuigen met hun handtekening hun goedkeuring aan het huwelijk hadden gegeven en wij het stadhuis verlieten, hield Jos mij bovenaan op het bordes, ten overstaan van tientallen belangstellenden, staande en begon denkbeeldige haren en stofjes van mijn pak te borstelen. Geniale ingeving! Gelukkig heb ik er ook nog een foto van.

Na de lunch lopen we even bij de VVV binnen, kopen een boekje over historisch Gorcum en zien af van de aanbieding van originele Gorcumse bollen, een soort zoute koekjes, ook nog van vóór de Deltawerken!

Het boekje informeert ons meteen al over het roemruchte Hugo de Grootpoortje naast Venezia. Hugo, de buik vol van die eeuwige Gorcumse zoute bollen, wist zich hier na zijn spectaculaire vlucht uit Slot Loevestein te verkleden als arbeider en kon zo onopgemerkt de Merwede bereiken en uit Holland ontsnappen. Toch grappig dat ik dat van dat poortje nou nooit geweten heb. Het is wel een heel klein poortje, het zal mij nooit opgevallen zijn.

We lopen door de Westwagenstraat en ik wil naar de kazerne. Maar eerst moet er nog een slag geleverd worden, om in beeldspraak te blijven. Als een laatste bruggenhoofd staat er een lappenwinkel tussen ons en de kazerne. Uiterst tactisch stel ik mij zeer geïnteresseerd op en na een ja, jammer, het is zo moeilijk kiezen voor een ander, staan wij weer buiten. Victorie! De Hazewindhondstraat door, langs een “jazzpodium”, waar vroeger de heavieste kroeg van Gorcum zat. Ik weet niet meer hoe die heette. Er werd daar geblowd en, zo gingen de geruchten, er werd af een toe een mes getrokken op muziek van Black Sabbath en The Doors. Ik ben er één keer geweest, maar de sfeer stond mij niet aan.

De kazerne bestaat niet meer. Dat wist ik al wel. Stoer staat er nog een stenen pilaartje op de plaats waar vroeger een robuust hek toegang tot de kazerne verleende. Op het pilaartje het familiewapen van de Heren van Arkel. Het terrein is bebouwd, maar ik herken er ook niets. Ooit stond hier het huis van onze juf Bea in de derde klas van de lagere school. Wij waren allemaal gek op haar. Geen suffe, dorre autoritaire oude juf, maar een enthousiaste jonge juf en net van de opleiding af. Natuurlijk wist ik toen niet dat zij hier woonde, maar zij kwam uit een groot gezin en ik raakte later bevriend met haar jongere broer Rob, vandaar. Hun vader was militair en het gezin woonde in dit huis bij de kazerne.

Na de kazerne door de Boerenstraat naar het Kruithuis, een wapenopslag uit 1755 tot ver in de vorige eeuw. Eigenlijk nog een wonder dat Gorcum nooit van de kaart is geblazen! Daar lag wat opgeslagen!

Door de Arkelstraat, waar een moderne Spar-supermarkt mijn hart even sneller laat kloppen (mijn vader immers had in dit stadje pionierswerk verricht), lopen we naar de Varkenmarkt. Er staan nu allemaal feesttenten en een groot podium vanwege de zomerfeestweken. Qua omvang echter niet te vergelijken met de feesten op de Grote Markt. Ik kijk omhoog, maar kan geen gniffelende Ridder ontwaren. Heeft-ie toch nog een beetje gewonnen!

Ik wijs Dineke op de gaten in de bestrating waar de schotten in geplaatst worden voor de kotten tijdens de varkensmarkt die nog steeds gehouden wordt.

We lopen langs theater De Nieuwe Doelen. Ik heb daar ooit The Mounties gezien die een bijzondere Engelse gast in de show hadden. Het was ook zíjn eerste optreden in Nederland: Engelbert Humperdinck! Ook Kayak heb ik er gezien en hoogtepunt was toch wel de Nederlandse versie van de jongerenopera O Calcutta!! Gorcum in rep en roer. Blote borsten in het theater, vol met jeugd!! En het theaterstuk Rooie Sien ook hé, natuurlijk, die in d’r tieten geknepen werd. Zomaar op het podium!

We steken de straat over, richting de parkeergarage bij het Paardenwater, en komen langs een shoarmazaak, ooit mijn stamcafé The Old Inn. Bij de parkeergarage lopen we rechtdoor de Oude Lombardstraat in, waar mijn Mulo stond. RK Mulo, want er zat nog een nonnenklooster aan vast. Hoofd van de school was het “Hoofdkanon”, haar naam weet ik niet meer. Een deel van de leerkrachten was non, het merendeel evenwel was heel wereldlijk. Bijna alles is er gesloopt. Er staat nu een basisschool. Alleen een oud stuk blinde muur strookt nog met mijn herinneringen.

Het Hoofdkanon was trouwens een bijzondere vrouw. Zeer intelligent en leergierig. Zij haalde destijds het autorijbewijs. Niet omdat zij auto wilde rijden, maar gewoon “omdat er niet zoveel meer overbleef om te leren.”

Om de hoek van de Oude Lombardstraat zat een poelier. In de pauze van school kon je daar kijken hoe kippen geslacht werden. De beesten werden uit een grote mand gepakt, met de kop op de rand van de mand bewusteloos geslagen en vervolgens ondersteboven in een soort trechter aan een lopende band gehangen, hun kop en keel eruit stekend. Die lopende band draaide rond aan het plafond en voerde langs een scherp mes, waarna een medewerker de stuiptrekkende lijkjes uit de trechter plukte. Klinkt misschien gruwelijk, maar je wist eigenlijk niet beter. Kippen worden geslacht en die koop je bij de poelier. Echt gruwen deden wij die keer toen de medewerker die de kippen bewusteloos moest slaan, stoer ging doen. Hij pakte een kip en met een halfwas karateklap wilde hij het dier bewusteloos slaan. Dat mislukte totaal maar hij wilde zijn falen niet toegeven en stopte het geschrokken beestje gewoon in de trechter. Tjonge, wat ging dat beest tekeer. Hij probeerde het nog een paar keer bij de volgende kippen en het ging alle keren mis. Al gauw had hij geen publiek meer. We vonden het allemaal te misselijkmakend.

Twee keer de andere hoek om bij de Oude Lombardstraat kwam je in de Haarstraat, waar wij in de pauze ons verdrongen in het piepkleine winkeltje van twee erg oude dametjes, zussen waren het, die snoep verkochten. Maar om snoep was het ons niet te doen. Wij kwamen voor sigaretten. Zeven cent per stuk! Van die smerige Runner! Maar ik zie nu niets meer dat herinnert aan dat kleine winkeltje.

Het is ondertussen al laat in de middag en we zouden nog aanschuiven bij mijn zusje voor het avondeten. Wij zoeken de auto op en gaan weer naar Arkel. Mijn zus heeft er een heerlijke maaltijd klaar staan, en haar toenmalige ja-woord is ook thuis van werk. Het wordt nog even gezellig herinneringen ophalen en voldaan gaan wij weer op huis aan.

Dineke vindt Gorcum een prachtig stadje. Ik nu ook. We gaan beslist nog eens terug.

(c) Ben Voorend 10/09/2015