Harinkie…klik!

Wat hebben Praxis in Zuidoost en heerlijke Hollandse haring met elkaar gemeen? Het zijn buren! Gelukkig maar.

Gisteren was ik op pad voor mijn werk. Ladders in de aanbieding bij Praxis. Scheelde zomaar zestig euro voor de ladder die ik moest hebben en aanbieding alléén geldig op zaterdag. Dus hups!, in de auto en naar Bovenkerk, naar de ‘kleine’ Praxis. Bleek de ladder al uitverkocht te zijn! Laten bellen naar de ‘grote broer’ in Zuidoost. “Ach mevrouw, we hebben er nog zát!”

Ik neem de bocht op de enorme parkeerplaats en zoek een plaatsje voor de auto. Ik stap uit, leg alle rugleuningen plat en nu maar hopen dat het ding erin past. Ik recht mijn rug, sluit even mijn ogen en geniet enkele tellen van het heerlijke voorjaarszonnetje. Dan draai ik mij om en begeef mij naar de ingang.
Tot mijn grote verrassing staat er recht tegenover de rode schuifdeuren een haringstal! Ah, denk ik, dit heeft zo moeten zijn!

Snel naar binnen. Wat er gebeurd is tussen het telefoontje en mijn entree, weet ik niet, maar er blijkt nog maar één ladder te staan. Pik in, het is winter!, schiet er door mijn hoofd. Vond ik een grappige gedachte met dit lekkere voorjaarsweer.
Het is toch nog even wat passen en meten. Hoedenplank er ook maar uit, kofferbakrotzooi herschikken, jas uit want het is warm. En dan zit het ding erin. Met alle acht de treden!

Hè, hè, puf ik en wend mijn steven naar de glimmende zilvergrijze vrienden, die ongetwijfeld uitnodigend liggen te wachten tot ze kennis met mij kunnen maken. Echt goed kennismaken dus. Van binnen. Vincent Veerman heeft ze liefdevol bereid, dat zie ik meteen. Móet zelf ook een liefhebber zijn, dat kan niet missen.

Ik besluit er maar meteen mijn lunch van te maken en bestel er twee. Ik vraag of het goed is dat ik enkele foto’s maak.
“Ik wil er niet op, hoor!”, zegt Vincents hulpje met een zwaar Volendams accent. ‘Ik sta altijd zó slecht op foto’s! Doe hém maar”, op Vincent wijzend. Deze is ook niet enthousiast, maar uitbater zijn van een kraam heeft veel leuke kanten, en soms minder leuke. En het is reclame, daar moet je ook aan denken.
“O, u wilt foto’s maken van de háring!?”, stelt de struise hulp met krulletjes meer vast dan dat ze het vraagt. “Nou, dan doe ik ze niet bij elkaar op één bordje, dat staat beter.” Even los van het feit dat de beestjes liggen, blijkt hieruit wel haar commerciële inslag. Tot tevredenheid van Vincent schikt zij het zuur nog even mooi en versiert zij de beestjes met een feestelijk rood-wit-blauw-gevlagde prikker.
“Zegt u het maar”, richt Vincent zich ondertussen tot de volgende klant.
“Mag ik een haring van u?”

Met enig gegoochel krijg ik mijn twee bordjes netjes op de zilvergrijze statafel bij de kraam. Dat harmonieert wel, gaat er door mijn hoofd als ik mijn jongens daar zo zie liggen. De klant na mij legt zijn haring erbij.
“Eet smakelijk!”, wensen wij elkaar toe.

“U eet er twee,” constateert de man. Hij is ruim een kop kleiner dan ik. “Dat moet ook wel, u bent veel groter dan ik en uw buik is ook groter.” De man is inderdaad tenger.
“Ja,” doe ik mee, “maar dit is dan ook wel mijn lunch.”
“Ah, wat een héérlijke haring!”, complimenteer ik de uitbater. “Zalig gewoon.”

“Vroeger zat er ook een goede haringstal verderop,” doet mijn tafelgenoot een duit in het zakje, “óók een Volendammer.”
“Maar die is er niet meer”, denkt Vincent zijn broodwinning nog te moeten verdedigen. “die is allang weg.”

“Vroeger, toen ik nog motor reed,” gaat mijn tengere disgenoot verder, “reed ik regelmatig met mijn motor door de hele stad om overal haring te eten. Ik wist precies waar de lekkerste te krijgen waren.”
Ah, een haringbroeder! Ik dacht al, er is een klik met die man.
“Grappig, dat u dat zegt,” zeg ik, “ik rijd tegenwoordig nogal wat af met de auto. Het hele land door. En overal waar ik kom laat ik een haringkraam niet links liggen. En sinds kort ben ik begonnen foto’s te nemen van alle kramen waar ik even heb gepauzeerd! En die plaats ik dan op facebook of zo.”
Ik ben klaar en veeg mijn mond af met een servetje. “Zo, en nu moet ik nog naar een wijnproeverij.”
“Vis moet zwemmen,” gooit Vincent er tegenaan.

Ik geef mijn haringbroeder een hand en vertrek om na enkele meters weer te keren.
“Mag ik misschien ook een foto van u nemen? Als u er tenminste geen bezwaar tegen hebt dat ik die misschien publiceer?”
“Nee hoor, geen probleem,” en hij poseert gewillig aan het tafeltje. Een echte haringbroeder!
Harinkie…klik!

© Ben Voorend 8/04/2018

 

Wilt u reageren op dit bericht? Gebruik dan de optie ‘Geef een reactie’ hieronder.

NB
Uw mailadres, nodig om de reactie te versturen, wordt niet zichtbaar weergegeven en blijft expliciet alleen bekend bij het Nederlands Blog Initiatief.
Uw reactie wordt niet direct weergegeven; deze wordt eerst beoordeeld door het Nederlands Blog Initiatief.