Traag zwemmen grote karpers onder het bruggetje door waar ik overheen loop naar het hek. Grind kraakt onder mijn voeten, het hek gaat piepend open. Zouden die karpers dat horen? Ik kijk om. Denk van niet, want in de ondiepe sloot is geen onrust te bespeuren. Aan de v-sporen die hun rugvinnen net onder het wateroppervlak veroorzaken maak ik op dat de beesten rustig doorzwemmen.

Ik sluit het piepende metalen hek achter mij en stap een ander tijdperk binnen: het Zijdelhofje, het oude RK begraafplaatsje aan het Zijdelveld, omringd door hoge bomen en struikgewas. Het getjilp van mezen, mussen en vinken, de zang van een merel en het gekoer van een houtduif vullen de omlijsting van deze rustieke plek. Ik bevind mij letterlijk op de laatste rustplaats voor de ter aarde bestelden, want er worden geen overledenen geruimd voor nieuwkomers. Af en toe wordt er nog iemand bijgeplaatst in een familiegraf. De laatste, zie ik op een van de stenen, was in 2007, dus 13 jaar geleden.

Ik kom hier graag. De sfeer is zoals je die verwacht op een opgegeven knekelveld. Serene rust, schots en scheve grafstenen met nauwelijks nog leesbare namen en data, graven die wegzakken in het grondwater. Het enige onderhoud dat ik kan waarnemen is dat het grind soms ververst lijkt, de paar bankjes schoon zijn en het groen bij sommige graven af en toe ook wel bijgehouden lijkt te worden. Toch heb ik hier nooit iemand gezien. Maar goed, ik zit hier ook niet dagelijks.

Krakend loop ik langs de grafveldjes. Over bemoste tegelpaadjes loop ik tussen de graven door en lees de namen op de cementen zerken. Veel namen herken ik. Ik ken hun nazaten in de derde of vierde generatie. Of althans, ik weet dat hun namen nog steeds in onze gemeente voorkomen. Het is jammer dat ik van de oudste graven maar een enkele datum kan ontcijferen. De oudste die ik kan vinden is van 1866. Het kerkhof was toen net aangelegd. Ongetwijfeld sta ik hier bij de overblijfselen van iemand wiens ouders nog zouden kunnen verhalen van de eenwording van Uithoorn, Thamen en De Kwakel. Gewoon even drie grote stappen maken in je hoofd en je bent 200 jaar terug in de tijd. Ik mag daar graag even over mijmeren, zo in het zonnetje op een bankje. Wat waren dat voor mensen? Hoe zag hun leven er uit? Ik had ze graag willen spreken. En had ze mee willen nemen naar nu, om te laten zien hoe hún wereld veranderd was.
Wat zouden zij ervan hebben gevonden? Zouden zij wegduiken bij die paar overbulderende vliegtuigen, mij ongelovig aankijken als ik zeg dat het nu erg rustig is in de lucht vanwege de pandemie? Zouden zij de handen voor hun oren houden als er motoren over de Koningin Maximalaan naar het volgende verkeerslicht racen en ik zou zeggen dat het nu zoveel rustiger is sinds de N201 omgelegd is? Wat zouden zij vinden van de St. Jan de Doper-kerk op de Schans met zijn protserige dubbele toren? Toch héél wat anders dan hun oude schamele schuilkerk!

Ik sta op van mijn bankje. In gedachten neem ik afscheid van ‘mijn’ graven en verlaat mijn meditatieplek. Ik sluit het piepende hek, speur nog even vergeefs naar karpers in de ondiepe sloot, want die zitten waarschijnlijk weer veilig in het diepe Zijdelmeer.

Nog een klein stukje en dan zit mijn dagelijkse rondje Zijdelmeer er weer op. Héérlijk!

©Ben Voorend             25/05/2020

Wilt u reageren op dit bericht? Gebruik dan de optie ‘Geef een reactie’ hieronder.

NB
Uw mailadres, nodig om de reactie te versturen, wordt niet zichtbaar weergegeven en blijft expliciet alleen bekend bij het Nederlands Blog Initiatief. Hierop is de Algemene Verordening Gegevensbescherming van toepassing.

Uw reactie wordt niet direct weergegeven; deze wordt eerst beoordeeld door het Nederlands Blog Initiatief.