‘Nee, ik ben niet dood.
Ben je er nog?’

‘Ja, uhh… tuurlijk. Man, ik dacht dat je er niet meer was.’

‘Waarom bel je dan?’

‘Uhm… Tja… Ik wilde je vrouwtje eens verrassen.’

‘Mijn vrouw verrassen? Waarom zou je dat doen?’

‘Nou, gewoon. Jij dood. Zij alleen. Man, dat is toch geen gezellige boel?’

‘Ik ben niet dood, tenminste nog niet. En als ik dat al was, dan had je waarschijnlijk wel bericht gehad. Trouwens, wat denk je wel? Mijn vrouw heeft wel wat anders aan haar hoofd.’

‘Wat zeg je? De verbinding valt weg.’

‘Laat maar.’

‘Je gaat naar?’

‘Nee, ik ga nergens heen. Ik wacht… op de dood. Waarom heb ik je al maanden niet gezien?’

‘Op wie wacht je? Ach, je snapt het wel. Druk-druk. Ik heb je nog gemaild. Oh ja, en ik kwam je vrouw eergisteren toevallig tegen. Ze is afgevallen. Zonde, ik vond haar altijd wel mooi. Een echte Rubens-vrouw.’

‘Kun je nergens anders aan denken? En je mail kan ik me niet herinneren. Waar kwam je mijn vrouw tegen?’

‘Op de markt bij jullie om de hoek. Ik had daar een afspraak. Goeie deal overigens. Volgens mij herkende ze mij niet meer. Ik heb nog gezwaaid. Trouwens, doe niet zo somber. Misschien moeten wij samen eens op pad. Net als vroeger, stevig aan de haal.’

‘Als jij ruimte hebt voor mijn bed en mijn infuus.’

‘Je bent nog steeds ziek?’

‘Meer dan dat.’

‘Oh, dus voorlopig zit dat er niet in?’

‘Nee.’

‘Over twee weken moet ik weer in Delft zijn. Zal ik even bij je aanwippen?’

‘Kun je doen. Alleen dan ben ik er niet.’

‘Hoezo, dan ben ik er niet? Hebben jullie plannen om eens op vakantie te gaan? Zou je goed doen. Zeker je vrouw.’

‘Nee, ik stap er tussenuit.’

‘Wat zeg je? Sorry hoor, het is hier zo’n herrie. Ik sta bij Amsterdam in de file. Het is prachtig weer en ik heb de kap van mijn Porsche heerlijk naar beneden. Rij jij nog wel eens met je oldtimer?’

‘Mijn Amerikaan heb ik verkocht.’

‘Goh, zonde. Dat was een gave bak. Weet je nog hoe we daarmee de vrouwtjes versierden?’

‘Jezus man. Je bent echt verschrikkelijk. Ik ga dood. Jij denkt dat mijn vrouw weduwe is en je kunt niet wachten om haar lichaam op te eisen.’

‘Door rood? Ik versta je slecht. Man, maak je niet zo druk. Ik wilde haar gewoon wat opfleuren, maar goed dat is blijkbaar niet nodig. Hé, ik moet hangen. Anders kom ik te laat op mijn afspraak. De business gaat goed kerel. Ik bel je nog.’

Klik…

‘Dag schat, ik ben weer thuis. Wie druk je net weg?’

‘Ach, geen idee. Verkeerd verbonden…’

(c) Erica van Vugt 13/03/2018