Kreuzstraße 12 (slot)

Mijn vader sprak redelijk Duits. Was in de oorlog als bakker voor de Arbeitseinsatz in een Duitse bakkerij tewerkgesteld en moest met enkele andere Nederlanders brood bakken voor de dorpelingen en de omliggende werkkampen. Zij kwamen de oorlog goed door. Mijn moeder had de bezetting in Nederland ondergaan als dochter van een kruidenier en had door haar contacten met die moffen enkele woorden Duits geleerd. Verder redde zij zich met handen en voeten.
Begin jaren zestig werden bij wet winkelsluitingstijdentijden geregeld. Daarmee werden winkeliers verplicht om minimaal twee weken vakantiesluiting aan te houden. Mijn ouders hadden daar weliswaar moeite mee, ‘maar als we dan tóçh dicht moeten dan gaan we weg ook. Ik heb geen zin om elke dag mensen aan de deur te krijgen die toch nog iets willen kopen’, was de mening van mijn vader. De bestemming werd Duitsland. Twee volwassenen, vier kleine kinderen, plus de eerste jaren één opa, en enkele koffers in de Opel Kapitän stationmodel en op weg. Nooit een vaste bestemming. Altijd op goed geluk een streek aangekruist, als er maar bergen waren, en van Zimmer frei naar Zimmer frei of hotel gereden. Zo kwamen wij bij de familie Kranz in de buurt van Cochem. Zij hadden kinderen van onze leeftijd waar wij mee konden spelen en de volwassenen konden het goed met elkaar vinden. Het werd een traditie: enkele jaren waren de laatste dagen van de vakantie voor de familie Kranz. Wij namen ‘richtige Holländische Kaffee’ mee en werden als goede vrienden ontvangen. Onze guldens waren minstens zo welkom natuurlijk.

De laatste avond was de avond waar afgerekend moest worden. Maar eerst koffie en het was weer allemaal zo gezellig en volgend jaar wéér enzovoort. Daarna: zoveel personen maal zoveel nachten maakt zoveel. Plus nog wat flessen wijn van eigen oogst maakt zoveel. Weet je wat? We laten jullie even proeven.
Sloeg mijn moeder dat wijntje nou maar af!
Na het wijntje bracht zij steevast de verschrikkingen van de Duitse bezetting te berde en wat wij daaronder geleden hadden. Die eerste keer vertelden unsere Gastgeber heel openhartig hoe Herr Kranz in Frankrijk gewond raakte en, nadat hij was opgelapt, naar het Ostfront moest, daar wederom gewond raakte, gevangen genomen werd en zeven jaar in een Russische gevangenis moest overleven voor hij naar huis terug mocht. Hij had er bijna zijn leven gelaten. In een poging mijn moeder ook Dúits oorlogsleed te laten zien, bracht Kranz nog te berde dat voor óns de oorlog vijf jaar duurde, maar voor hem negen jaar had geduurd. Verder hield hij zijn mond. Het was hem nog te zwaar om erover te praten.
Mijn moeder trok meteen het initiatief weer naar zich toe.
En denderde verder.
Oók erg zeg, voor Hans, maar echt, wat wíj in Holland toch allemaal meegemaakt hadden! En dan volgde de hele opsomming: bommen, sirenes, razzia’s, Jodenvervolging, Hongerwinter. Zij ging volledig voorbij aan het oorlogsleed van deze twee gewone Duitse mensen.
Na dat eerste jaar ontliep Herr Kranz deze sessies zoveel mogelijk. Maar Frau Kranz moest ze doorstaan. Deemoedig hoorde zij de hele litanie aan. Op mijn netvlies ligt nóg de glimp die ik opving van een zich terugtrekkende gepijnigde blik in haar ogen. Zelfs de pogingen van mijn vader om een andere wending te geven aan dit samenzijn waren niet succesvol, of leidden mijn moeder slechts éven af.
Ik geneerde me voor mijn moeders gebrek aan inlevingsvermogen. Mijn moeder, die aan de winkelkassa altijd zo begaan was met het lief en leed van de klanten, bleef doof voor hún verhaal.
Deze eenvoudige mensen wilden nooit liever dan hard werken en naar de kerk gaan, wisten nauwelijks wat er over de grenzen gebeurde en werden een oorlog ingetrokken die zij niet begrepen. En nu moesten zij zo’n beetje rekenschap afleggen voor het hele leed ons aangedaan.
Ik had met Frau Kranz te doen.

Pas jaren later realiseerde ik me dat het mijn moeders oorlogstrauma’s waren die zij niet kon beteugelen. Het zij haar vergeven. Gelukkig heb ik haar er later nog wel van kunnen overtuigen dat de ‘gewone’ Duitser ook maar een oorlog ingepropageerd werd.
Dat nu heb ik vandaag met Frau Kranz kunnen delen.
In stilte.
Bij haar graf.
R.I.P.

© Ben Voorend                      10/07/2019

 

Wilt u reageren op dit bericht? Gebruik dan de optie ‘Geef een reactie’ hieronder.

NB
Uw mailadres, nodig om de reactie te versturen, wordt niet zichtbaar weergegeven en blijft expliciet alleen bekend bij het Nederlands Blog Initiatief. Hierop is de Algemene Verordening Gegevensbescherming van toepassing.

Uw reactie wordt niet direct weergegeven; deze wordt eerst beoordeeld door het Nederlands Blog Initiatief.