Nu de lente zijn best begint te doen, bekruipt me het verlangen om dit jaar weer een vakantie te gaan plannen. Corona is nog lang niet de wereld uit, dus het moet wel in eigen land zijn.

Over de bestemming hoef ik niet lang na te denken. Friesland staat al een poosje op mijn verlanglijstje.

In mijn kindertijd gingen mijn ouders altijd een weekje in de zomervakantie met het gezin naar Wolvega, waar oma en opa Haarsma woonden en waar mijn vader is opgegroeid.

In die tijd had ik nog niet zoveel oog voor de omgeving. Als we maar konden spelen en als het maar gezellig was, meer hadden we niet nodig.

 

Nu is dat heel anders. Ik geniet altijd enorm van al het moois wat Nederland te bieden heeft en dat doe ik het liefst op de fiets of lopend.

In Friesland zijn mogelijkheden genoeg om een leuke vakantie te gaan beleven. Er zijn genoeg mooie routes te fietsen. Het plan is om er met de auto naar toe te rijden, fiets mee op de fietsendrager en heerlijk een week overnachten in een huisje of B&B.
Ik zie het helemaal zitten.

Ineens schieten mijn gedachten dertien jaar terug.

Mijn vakantie viel toen in de periode dat mijn tweede kleinkind geboren zou worden en ik wilde daarom geen excursiereis maken. Een weekje in Nederland zou wel kunnen en de bestemming werd het dorpje Overdinkel in Overijssel, dicht bij de Duitse grens.

Ik had daar bij particulieren een gedeelte van hun huis gehuurd. De heer des huizes verwelkomde mij niet al te hartelijk en na een kopje koffie en het tekenen van de huurovereenkomst kreeg ik de sleutels van de voor- en gangdeur en een rondleiding door het gedeelte waar eerder zijn schoonmoeder had gewoond.

Er was een keukentje, een donkere en mistroostige woonkamer, een slaapkamer en badkamer met toilet. Ik vond het er niet prettig. De verwarmingsbuizen in de slaapkamer waren gloeiend heet en ik kon de temperatuur niet zelf regelen. Het was daar bloedjewarm ’s nachts.
De huiskamer daarentegen was vreselijk koud, waardoor ik er ’s avonds met een dikke trui en jas aan zat te bibberen. In de badkamer zat bovenin een open ruimte van zo’n vijf centimeter die in verbinding stond met hun eigen woonruimte.

Het voelde dus niet als een warm bad, maar als kind zijnde had ik mezelf aangeleerd de nachten te tellen als iets niet leuk was. Normaal gesproken deed je dat als er iets leuks in het vooruitzicht lag, maar ik deed dat dus ook als ik iets helemaal niet leuk vond en de tijd me niet snel genoeg kon gaan. In dit geval was het dus zeven nachtjes slapen en dan zou ik weer naar huis gaan.

Maar hoera! De volgende ochtend werd ik al heel vroeg door mijn dolgelukkige zoon Richard gebeld die vertelde dat Nienke was geboren. Wat een blijdschap ineens.
Heel snel daarna ben ik in de auto gestapt en naar Hoofddorp gereden om mijn tweede kleindochter te bewonderen.

Die nacht heb ik thuis in Uithoorn geslapen en de volgende dag ben ik weer richting Overdinkel gereden. Mijn vakantie was ten slotte nog niet voorbij, hoewel ik daarna nog maar vijf nachtjes daar zou moeten slapen. Dat was er toch maar mooi één minder dan de bedoeling was.

In die week heb ik veel gewandeld, want een fiets huren was niet mogelijk. De omgeving was werkelijk schitterend, dáár heeft het niet aan gelegen.

Al snel had ik in de gaten dat een volgende vakantie in Nederland heel anders gepland zou moeten worden.

Nu de bestemming is bepaald is er nog tijd in overvloed om concrete plannen te maken en ga ik zeker goed voorbereid op pad. Eerst moet ik zorgen dat ik een leuk onderkomen heb voor die tijd en dat gaat wel lukken. Wat heerlijk ook dat ik nog een aantal maanden de tijd heb om mooie fietsroutes uit te zoeken.

Natuurlijk ga ik zeker een dag naar Wolvega. Ik denk niet dat ik veel bekende dingen aan zal treffen, maar misschien herken ik toch nog iets kleins.

 

Laat de zomer maar komen!

 

© Anneke Haarsma            16/04/2021