afb. nl.freeimages.com

Toen hij de “Ambachtelijke Slagerij sinds 1895”, zoals de tekst op de winkelruit vermeldde, binnenkwam, waren er geen andere klanten in de winkel. Het was in de kustplaats waar hij enkele weken vakantie doorbracht.

Ergens klonk er een verborgen bel en er ging achter in de winkel een deur open. Daardoor kwam een man met een fors postuur, een rood hoofd en een stierennek binnen, die niemand voor een horlogemaker aan zou zien, en posteerde zich achter zijn vitrine.

‘Wat kan ik voor u doen, meneer?’
‘Geeft u mij maar twee ons gelardeerde lever en uhh anderhalf ons gekookte worst.”
De slager pakte een lever en een mes en begon te snijden, uit de losse hand. Het vlijmscherpe mes gleed als was het boter door het vlees.
‘U bent met vakantie, meneer?’
‘Jazeker. Twee weken.’
‘Ja meneer, ik zie dat u niet van hier bent. Ik heb al heel wat vlees en worst voor vakantiegangers afgesneden. En mijn vader en grootvader ook.’
‘Ja, dat kan ik mij voorstellen bij een zaak die al zo lang bestaat.’
‘Ikzelf sta hier nu alweer zo’n twintig jaar. En daarvóór mijn vader zaliger, maar die is er op een tragische manier uit geraakt.’ Hij liet het mes even rusten en staarde even melancholiek voor zich uit.
Nieuwsgierig geworden vroeg de man naar wat er dan gebeurd was.
‘Nou meneer, mijn vader was een beste slager, evenals ikzelf durf ik gerust te zeggen’, antwoordde de slager, terwijl hij de gekookte worst begon te snijden. ‘Hij had alleen een beetje een royale hand van snijden. Nu was dit bij de vaste klanten wel bekend, en die noemden hem dan ook gekscherend “Meneer half onsje meer”. Maar de vele vakantiegangers die ’s zomers in de zaak kwamen wisten natuurlijk van niets. Op een dag komen er achter elkaar drie van die gasten in de winkel. Hij zegt zoals gewoonlijk heel beleefd: ‘Het is een half onsje meer, mag dat?’, maar wat denkt u?’
Zijn vlezig gelaat drukte diepe verontwaardiging uit bij de herinnering. Zonder op antwoord te wachten, vervolgde hij: ‘Die klant zegt “Nee slager, ik wil precies zoveel als ik bestelde”, de gierigaard!
Mijn vader moest dus dat half ons er weer afsnijden, stel u voor, wat een vernedering! Dat ging de eerste keer nog goed, en ook de tweede maal gebeurde er niets. Toen hij echter voor de derde keer hetzelfde antwoord kreeg, sloegen de stoppen bij hem door en heeft hij die klant z’n keel doorgesneden. “Tijdelijk ontoerekeningsvatbaar”, oordeelde de rechter toen. En zo ben ík in de zaak gekomen.’

Hij beëindigde zijn snijwerk. En terwijl het mes in de zon schitterde, vroeg hij: ‘Het is een half onsje meer. Mag dat?’

 

© Anton Herkelman               16/06/1998    herschreven 19/09/2001 –

bewerkt door BV 7/04/2019

 

Wilt u reageren op dit bericht? Gebruik dan de optie ‘Geef een reactie’ hieronder.

NB
Uw mailadres, nodig om de reactie te versturen, wordt niet zichtbaar weergegeven en blijft expliciet alleen bekend bij het Nederlands Blog Initiatief. Hierop is de Algemene Verordening Gegevensbescherming van toepassing.

Uw reactie wordt niet direct weergegeven; deze wordt eerst beoordeeld door het Nederlands Blog Initiatief.