Op mijn pad

Logge rimpellijven sjokken door het zand,

de matriarch voorop, de andere, achter haar

met elke slurf aan andere staart volgen haar,

half in slaap, door warmte overmand.

 

Zij gaat naar verre waterbron en kijkt niet om.

Haar slurf maakt een gerust gebaar,

haar buik rommelt een zwaar geluid:

-Ik weet de weg, volg mij nu  maar-.

 

Mijn auto stopt. De rij is lang,

een grijze muur van olifant

steekt over, vlak voor ons.

 

Haar hoofd houdt stil, een oog bekijkt.

Wij zijn vol ademloos respect,

wij zijn gast in haar koninkrijk.

 

Els Poel-Hellinga

11/12/’17