ghostwriter, schrijfcoach

‘Fiekemaatje, ik kom eraan, heb iets leuks bedacht.’

‘Moet er niet aan denken. Ik duik m’n bed in – voor een week of zes.’

‘Je bent uitgeput, je eet al weken nauwelijks, ik ga er wat calorieën instoppen. Straks lig je tussen zes houten plankjes.’

‘Niet doen, geen grappen, als-je-blieft!’

‘Doe open, ik sta voor je deur.’

‘Wat nou? Ga je doen met al die spullen?’

‘Komt goed, ik beloof je: komt goed. Zet maar even water op. En kom pas weer de keuken uit met je ketel, als het kookt.’

‘Hallo? Kamperen in mijn zitkamer? Belletjes? En moet dat, die wierook?‘

‘Treed binnen in dit parallelle universum. Ik leid u rond in mijn nederige tent.’

‘Mooie lappen! Hoe heb je dat zo snel gedaan?’

‘Simsalabim, wat heeft de toekomst voor u in petto? Hier, aanvaard mijn gouden drank.’

‘Ga je me dronken voeren?’

‘Ik ga uw toekomst voorspellen, ontspant u zich maar, ga hier zitten, het is oké.’

‘Is dit thee met melk? Je weet toch…’

‘Amandelmelk met kurkuma en wat heet water.’

‘Tara? Wat wil je hier nou mee?’

‘Ssst. Loslaten. Trek drie kaarten. Ja! Luister, wat ze je zo dolgraag willen vertellen… ‘

[Dit is een Doorsel, een dialoog van rond de 200 woorden]