‘Tis bizar, die regen…’

‘Ik had geluk, kon net op tijd onder dit viaduct duiken, een paar spatjes maar.’

‘Tiens, het is ongelofelijk, nietwaar, het weer? Eerst maanden droog en nu: regen, zoveel!’

‘Ik ben zo blij dat het groen overal terugkomt, het was echt veel te droog.’

‘De hitte? Ik genoot! Echt fijn. Ik ben Française, u heeft gehoord, en begon me thuis te voelen hier. Bijna. Het was zo fijn!’

‘Waar komt u vandaan uit Frankrijk?’

‘Montpellier.’

‘De mooiste landschappen van Europa als de lavendel bloeit! En wat bracht u, zo’n lieftallige Française naar hier?’

‘Vriendelijk! Dank voor uw compliment. Enfin, het was de liefde. En nu: de kinderen zijn gelukkig. Dit is een goed land voor kinderen. Maar over vijf jaar? Ik ga terug… Als de zomer zo lang en zo warm blijft? Dan blijf ik hier.’

‘Dat zou nog eens een prachtig voordeel van de klimaat verandering zijn, als u daardoor hier zou blijven.’

‘U bent galant!’

‘Mijn moeder komt uit Italië, zij heeft me geleerd hoffelijk te zijn.’

‘Et bien, een goede leerling bent u!’

 

[Dit is een Doorsel, een dialoogje van (meestal) maximaal 200 woorden.]