Schrijfcoaching

‘Gaat het goed met Hanke?’

‘Ja en nee. Ze werkt als stagiair, krijgt alleen een stagevergoeding, full time in touw en heeft ook een beste verantwoordelijkheid.’

‘Een stage? Maar ze was toch al een tijdje klaar met haar studie?’

‘Is nu hoe het werkt. Zonder werkervaring geen baan, zonder extra stage na je studie geen werkervaring.’

‘En dan subsidieert zo’n stagiair dus eigenlijk met haar werk het bedrijf?’

‘Vanuit het bedrijf gezien een goeie deal.’

‘Krijgt ze daar een aanstelling?’

‘Dat is het verhaal aan het begin…’

‘Niet?’

‘Nou ja, je moet wel ongelofelijk snel in staat zijn jezelf onmisbaar te maken, want er staan altijd getalenteerde potentiele nieuwe stagiairs aan de deur te rammelen.’

‘Dus dan werk je daar een jaar…’

‘Zes maanden.’

‘En dan mag je weer vertrekken want de gratis arbeidskrachten buitelen over elkaar heen om jouw plek in te nemen.’

‘Dat is wat ik zie, ja. Drie van dergelijke ervaringsstages – wat weet je dan over jezelf? En krijg je dan wel een baan?’

‘In rij staan om geconsumeerd te worden.’

‘Pardon?’

‘Ze zit in de soep, ze wordt gebruikt.’

‘Waar. En er is nog geen uitweg lijkt het.’

‘Doodlopende soep.’

[Dit is een Doorsel, dialoogje van rond de 200 woorden.]