0. Lees. De eerste tip krijgt het cijfer nul, want die is te logisch om daar tromgeroffel voor te laten klinken: lees veel. Lees om te leren schrijven. Dat wil zeggen, als je een blogpost op een van de social media leest of een artikel in een tijdschrift en je merkt dat je er vrolijk of enthousiast van wordt: lees het dan nogmaals en kijk naar de woorden en zinnen die er staan. Hoe komt het dat deze tekst die reactie in je oproept?

  1. Doen, veel doen. Het wordt gemakkelijker naarmate je meer schrijft. Eigenlijk net zoals lopen, pingpongen, praten, pokeren en pianospelen.
  2. Dagelijkse routine. Maak er een gewoonte van. Plan het zo dat je elke dag even 5, 10 of 20 minuten schrijft. Met de pen op papier of achter je toetsenbord. Werk ernaar toe dat je dit geen dag overslaat of vergeet, net als tandenpoetsen.
  3. Start simpel. Schrijf een jeugdherinnering van jezelf op, of een anekdote van iets wat je vorige week overkwam. Of schrijf een eigen sprookje, met een held en een slechterik. Of omschrijf hoe jij je allerlekkerste recept klaar maakt, compleet met de lijst van ingrediënten.
  4. Peper en zout. Geef kleur, geur en smaak aan je tekst door je lezer hier en daar die zintuigelijke informatie te geven. Hoe ruikt de keuken van je tante? Hoe zacht is het lammetje dat je aait? Welke kleur heeft de cape van de held? Hoe voelt het deeg onder je vingers?
  5. Schrappen. Streep weg wat geen toegevoegde waarde heeft voor je tekst. Hou het verhaal compact en wijdt niet uit over details die de lezer niets extra’s geven. Hoe je de man leert kennen die je uiteindelijk aan je droombaan helpt? Hou het kort. Geef de lezer ook wat om over na te denken, om zelf in te vullen. Ervaren schrijvers schrappen veel van de eerste versie van hun tekst; beginnende schrijvers kunnen daar een voorbeeld aan nemen.
  6. Is of was? Gebruik consequent dezelfde tijd in je zinnen. En kijk wat er gebeurt als je schrijft alsof het nu gebeurt, in de tegenwoordige tijd. Die truc vergroot het leesplezier meestal.
  7. Drie. Geef je tekst drie delen: een inleiding, een midden en een einde. Werk naar een clou toe. Iets waardoor de lezer denkt: Dat is leuk/nuttig/aardig om te lezen! Dus een reisverhaal eindigt met de mooiste of opmerkelijkste herinnering, een kookverhaal met een gouden tip om het recept te laten lukken, een anekdote met een plotwending of een vraag. En een sprookje? Een sprookje eindigt natuurlijk met ‘En ze leefden nog lang en gelukkig.’ ?
  8. IJskast. Leg je tekst een tijdje weg voordat je het uit handen geeft. Bij een korte tekst is een dag al goed, bij een wat langere tekst een week of meer. Als je met frisse ogen naar je tekst kijkt, zijn er altijd verbeteringen die je dan onmiddellijk opvallen. Dit is ook een gouden tip voor de mensen die scripties moeten schrijven: Geef jezelf de luxe van koude opslag: maak je scriptie ruim op tijd af en laat de tekst een tijd (in het geval van universitaire scripties geldt zes weken) afkoelen. Kijk dan wat je nog kunt verbeteren en doe dat. Het blijkt de leesbaarheid van je tekst echt ten goede te komen.
  9. De kop. Zo’n beetje het allerbelangrijkste aan je blog is de kop. Geef daar dus veel aandacht aan. Blijf vijlen, bijstellen, strepen en verbeteren tot het goed is! Met een goede kop krijgt iedereen zin om jouw blog te lezen. En daar doe je het toch voor?
  10. Lol. Hou plezier in het schrijven. Heb je het een tijdje gedaan en blijk je er geen goed humeur van te krijgen? Dan ga je lekker iets anders doen. Schrijven is leuk, behalve als het niet leuk is. Niemand dwingt je, dus maak het jezelf niet te lastig.