Gisteren mijn eerste tripje naar de tandarts, 1 van mijn 4 kronen. Met zweet tussen mijn bilnaad  erheen….de gedachten om af te bellen dwarrelde door mijn hoofd. Waarom is de tandarts altijd iets wat met stress te maken heeft. Parkeer mijn auto en loop naar de deur, o shit mondkapje vergeten hmmmm…. toch maar afbellen? Pffff, doe niet zo gek Son, stel je niet aan. Misschien ligt er een mondkapje in de auto? Stiekem hopend dat dat niet zo is, loop ik weer terug naar de auto. HET ligt in de auto, zucht. Daar ga ik weer.

Binnen gekomen ben ik, zoals vaker wanneer ik gespannen en opgewonden ben, vreselijk druk. Zit te wippen op mijn stoel en observeer de andere wachtenden in de wachtkamer. Moest opeens aan vroeger denken, aan onze familietandarts. Ik herinner me deze man goed, ook zijn behandel( horror) kamer. Mijn broer en ik noemden hem de SLAGER. Daar zaten we dan, kijkend naar het lampje boven de deur. Wanneer de volgende was, ging hij rood gloeien en kwam er een krakend, ENG, geluid uit. We waren aan de beurt. Nadat mijn broer de man in zijn vinger beet was ik aan de beurt. Ik vond hem altijd een beetje griezelig en hij sprak nooit tegen mij, maar over mij tegen mijn moeder. Ze moet een beugel en heeft 4 gaatjes. Pfff ik had altijd wat. Huilend weer naar huis, mijn broer, trots naast me zittend, hij was de dans weer ontsprongen.

Thuis gekomen tot een besluit gekomen om van tandarts te wisselen.

Goede keuze geweest, ik had opeens geen beugel meer nodig en mijn gaatjes vielen ook mee.

 

Terug naar de wachtkamer, ik heb een nieuwe tandarts. Alex, mijn vorige, is met pensioen gegaan. Jammer, maar Jaap is ook goed, en jong 😉.

De eerste keer heeft hij me ook goed geholpen. Maar ja, dit is even wat anders.

Met klotsende oksels drapeer ik me neer in zijn stoel. Net doen alsof ik ontspannen ben, en druk….. 😄

Jaap neemt door met mij wat hij gaat doen. Wil je verdoving? vraagt hij mij. Wil ik dat? vraag ik weer aan hem. Hij vind het niet nodig, maar kan altijd nog zegt hij. Nou ik stoer, nee dan laat maar zeg ik.

Hij begint. Ik denk nu komt het. Maar het kwam niet, maar die oksels kregen dat seintje niet, geloof ik. En weer verder. Malletje maken, vies spul in mijn mond, weer op iets bijten wat leek op een zacht soort klei. Niet bewegen met je kaak hoor, zegt hij ietwat steng. Wilde bijna zeggen, ja meneer. Jaap flapte er nog even tussendoor dat zijn dochter van 10 ook dezelfde gympen heeft, zoals degene die ik aan had. En lachte zachtjes erover. Maar ja, ik mocht niet bewegen……

Ik ben klaar, met nog wat wankelende pootjes  glijd ik uit de stoel, op een of andere manier heb ik altijd moeite om uit zo’n stoel te komen. Het gaat nooit gracieus. Of komt dat door mijn lichaam dat de tijd in die stoel, zichzelf ietwat uitschakelt?!!

Ik zeg gedag, tot over twee weken. En loop nog wat instabiel de kamer uit. Ik zeg gedag en loop naar de auto. Deur open en ik zet me achter het stuur neer. Ik zucht een paar keer, en denk bij mijzelf: Waar heb ik me druk om gemaakt? Lach nog even stilletjes om mijn gympen en start de auto. Naar huis

 

© Sonja Martens             27/04/2021