Ik kwam op doorreis terecht in het plaatsje Stompetoren. Het leukste, mooiste dorpje van het westelijk halfrond. Nou ja, van Noord-Holland dan. Naast het café stond een huisje met dichte gordijnen. Gevoelig als ik ben voor drama dacht ik dat er iemand was gestorven, tot ik het vrolijk wapperende gekleurde papiertje op de voordeur geplakt zag: ‘We zijn met vakantie! Post graag afgeven bij de buren’. De postbode wist ongetwijfeld welke buren, ons kent ons in Stompetoren. Als er al ingebroken zou worden in het tijdelijk onbewoonde huis, kende de postbode de dader vast, had hij er nog mee in de klas gezeten. In Amsterdam moet je dat met zo’n briefje niet uithalen, dan kun je beter je voordeur open zetten, dat scheelt een kapot raam.

Vindingrijk hebben inbrekers nu iets bedacht, een takje tegen de voordeur en na een paar dagen weten ze of de bewoners met vakantie zijn. Het stond in alle kranten, ook in de kranten die ik niet lees, het was spectaculair nieuws. Hondenbezitters werd gevraagd op te letten op iets verdachts en vooral wat betreft takjes is mijn hond zeer inzetbaar. Alle hondenuitlaters in het hele park stonden paraat. Echt iets voor mij, ik keek overal spiedend rond en ja hoor, ik zag een auto heel verdacht op de hoek van mijn straat staan, half op de stoep, met draaiende motor, de bestuurder er in. Schuin achter het gordijn glurend, prentte ik het kenteken in mijn hoofd en ijlde naar de computer. Het nummer stond niet geregistreerd, daar had je het al. Oosteuropeanen die zich alvast gingen oriënteren. Wauw, ik zag de koppen al: oplettende huisvrouw en dan mijn leeftijd die er nu niet toe doet, voorkomt inbraakgolf! Eerst in de wijkkrant, daarna in de Volkskrant en dan staan de journalisten van de Telegraaf voor de deur, de burgemeester zelf brengt bloemen, noemt mij een voorbeeld voor de gemeente. Opgetogen fietste ik naar het politiebureau om met gepaste gewichtigheid dit verdachte geval te melden. De vragen die een agent mij stelde, ’waarom denkt u dat?‘Kan dat niet gewoon iemand zijn die wacht of zo?’ brachten mij in de war en ik ging teleurgesteld naar huis.

Er is nu al maanden niet ingebroken in onze buurt, dus ga ik morgen toch maar op vakantie. Er liggen van onze hond zoveel takken voor de deur dat een potentiële inbreker er van in de war zou raken.

 

© Els Poel-Hellinga 22/01/2018