Oei, de eerste kaart is niet gunstig. Was het een moeilijk jaar voor je?’

‘Ja, ja, dat klopt wel. Pech en tegenslag, ook gezondheid…’

‘De tweede kaart, de liefde, daar zie ik ook dat het allemaal niet zo van een leien dakje gaat?’

‘Mijn man en ik zijn gelukkig met elkaar. Gaat goed!’

‘De derde kaart, het werk en inkomen, redelijk in orde?’

‘Ik heb veel te veel werk, moet wekenlang extra uren draaien, dus “redelijk in orde” zou ik niet…’

‘De vierde kaart, de lotsbestemming… dat is wel mooi, je gaat een nieuwe fase in.’

‘Mooi? Hoezo mooi: De Dood! Hoe kan dat nou een mooie kaart zijn? Krijg ik helemaal kouwe rillingen van!’

‘Niet zenuwachtig van worden. Dat is de wereld te eenvoudig interpreteren. De man in de regenjas met een hoed is niet altijd een spion of detective, languit liggend op de bank een boekje lezen is niet altijd lui, een lege wijnfles wijst niet altijd op alcoholisme en de dood is niet altijd Het Einde van je Leven.’

‘Wat kan de dood anders zijn dan?’

‘Een verandering, vaak zelfs een diep gewenste verbetering.’

‘Diep gewenst? Kan dat wijzen op…?’

‘Zou zomaar kunnen.’

[Dit is een Doorsel, een dialoog van ongeveer 200 woorden]