Zoals mijn vrienden en kennissen al weten ben ik een liefhebber van whisky. Nu is er whisky en whisky (en whiskey, zoals de kenners weten). De laatste variant is alles dat niet volgens de Schotse methode verkregen is. (Schotse methode: ik drink – jij betaalt). Nee, grapje. Ikzelf geef de voorkeur aan single malt – waar bij de whisky dus bestaat uit één distillaat in plaats van een mengsel (“blend”) van diverse verschillende. Ik ga dan ook regelmatig naar whisky-proeverijen waarbij er de gelegenheid is om een aantal (hopelijk) uitzonderlijke single malts te proeven. Dat gaat als volgt:

Met een aantal andere whisky liefhebbers bevind je je op een locatie waar het evenement plaats vindt. De verschillende whisky’s (mag ook whiskies) gaat in volgorde van smaak: de lichtere eerst, daarna de vollere (die vaak ook sterker zijn). Overigens is de kleur van whisky geen indicatie van de smaak of ouderdom, aangezien de kleur voornamelijk komt vanwege het feit dat whisky in sherryvaten bewaard wordt en daar dus z’n kleur van krijgt.

Nu is er natuurlijk een mild probleem bij het proeven van 6 á 34 whiskies op één avond: een van de bekende bijwerkingen is dat de alcohol uiteindelijk altijd wint. Kijk, die eerste twee glijden soepel naar binnen, en je bent daarbij ook in staat om op doortastende wijze te kijken alsof er een wereld voor je opengaat die zich vervolgens als een perkje aromatische veldbloemen op je tong vleit.

Dit is erg belangrijk, want je wilt jezelf tegenover de andere aanwezigen niet profileren als een zuiper, maar als een verfijnde gastronoom die elke nuance meekrijgt en weet te waarderen. (Waarschuwing: dit kan soms vies tegenvallen – zoals die ene keer dat ik een glas kreeg met iets dat mij deed denken aan een kruising tussen carboleum en kwast-ontharder – iets dat mij het merk deed noteren zodat ik het niet ergens in de toekomst per ongeluk zou aanschaffen á 60 Euro de fles).

Nu zijn we circa 45 minuten verder en komt de derde whisky voorbij. Die is al wat voller van smaak en alcoholgehalte en nu blijkt dat de eerste twee op schalkse wijze hebben gewacht met zich in de bloedbaan kenbaar te maken. Halverwege nummer drie begin je ineens het kantelpunt te bereiken tussen fijnproever en de man die straks op de stoep de schuine medley van Manke Nelis staat te zingen. Nummer vier (we zijn inmiddels aan gene zijde van de 45% alcohol lijn) leidt dan tot het moment van de waarheid: de eerste deelnemers graaien een handje zoute pinda’s om vervolgens ruzie te gaan maken over wie er nou meer verstand van heeft, en dat zijn zij altijd zelf, namelijk.

De vijfde whisky, die maar liefst 35 jaar in een prachtig handgekuipt, massief mediterraan eikenhouten sherryvat heeft liggen rijpen – om jou een korte maar onvergetelijke blik in het paradijs te geven – smaakt vaak naar zoute pinda’s. Soms ook wokkels, afhankelijk van de culturele ambiance van de proeverij. Dat vind je dan eigenlijk ook niet echt erg, want op dit moment heb je al wat minder bloed in je alcohol. De fijnproever is nu vervangen door de man die er meer verstand van heeft, en luister nou maar naar mij, want jij bent gewoon maar een beginner. Een amatéur, meneer. Met je Chivas Regal. En blijf van me zoute pinda’s af.

De zesde whisky rondt de proeverij af en is natuurlijk een Schotse piéce de résistance. Oeroud, retesterk, en met een afdronk waarbij je moet denken aan dat je zo ook nog naar huis moet. Dit is het moment waarop de schalk die deze proeverij heeft georganiseerd ter sprake brengt dat hij een zéér beperkte hoeveedheid flessen van de genoten producten te koop heeft, tegen billijke prijzen van minimaal 60 Euro. Gezien het feit dat niemand meer enige wilskracht over heeft, is dit natuurlijk de aanzet tot een levendige handel zodat eenieder ook iets heeft om later voorzichtig te openen op een speciale gelegenheid om weer de dierbare herinnering aan deze fantastische avond op te halen.

Ja, óf voor zo in de trein, natuurlijk.

(Door: Jeroen Engelberts)